Oefenen begrippen

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welk begrip past bij de omschrijving:
Wind vanaf zee.

Het kantoren-, winkel- en uitgaansgebied van een stad.

Grensgebied tussen twee luchtsoorten.

Het punt in een land waarvan ten oosten en ten westen, en ten noorden en ten zuiden evenveel mensen wonen.

Iemand die een land binnenkomt om er te gaan wonen.

Economische migrant die vanwege zijn kennis naar een ander land gaat.

Wanneer er meer mensen zich vestigen in een gebied dan dat er mensen vertrekken.

Bedrijven die veel (ruwe) grondstoffen gebruiken, zoals steenkool, ijzererts of ruwe olie.

Zeer krachtige wervelwind. Heet ook twister, wervelwind of windhoos.

Iemand die vanwege oorlog, godsdienst, etnische groep, nationaliteit, seksuele geaardheid of meningsuiting vlucht uit zijn land.

Gebergte met afgeronde toppen en ondiepe dalen; ouder dan 65 miljoen jaar.

Tropische storm met minimaal windkracht 12 op de schaal van Beaufort.

Gebied zonder hoogteverschillen dat lager ligt dan 500 m.

Veeteelt met weinig vee per hectare.

De windkant van een gebergte met veel neerslag.

Gebied waar de meeste bergtoppen tussen de 500 en 1.500 m hoog zijn.

Samenleving van mensen uit verschillende culturen.

Zeeklimaat met hete, droge zomers en vochtige, zachte winters.

Bevolkingsgroei in een stad na een periode van suburbanisatie.