H9 intertemporele ruil gezinnen

H10 intertemporele ruil: gezinnen
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

H10 intertemporele ruil: gezinnen

Slide 1 - Slide

Wat is een stroomgrootheid?


A
Een grootheid die in de tijd wordt gemeten
B
Een grootheid die op een bepaald tijdstip wordt gemeten
C
Een grootheid die de inflatie weergeeft
D
de formule ric=nic:pic x100

Slide 2 - Quiz




            Wat is een voorraadgrootheid?
A
Een grootheid die de inflatie weergeeft
B
de formule ric=nic:pic x100
C
Een grootheid die over een periode wordt gemeten
D
Een grootheid die op een bepaald tijdstip wordt gemeten

Slide 3 - Quiz

Bij een stroomgrootheid:  periode
Bij een voorraadgrootheid : moment
Stroom
Voorraad
loon
studieschuld
 jaarlijkse aflossing van de hypotheekschuld

 aantal werklozen

winst
bevolkingsomvang
bbp
 te betalen hypotheek rente
saldo spaarrekening

Slide 4 - Drag question

Wat bedoelen we met ruilen over de tijd t.a.v. sparen?
A
Het verplaatsen van geld naar de bank
B
Het verplaatsen van consumptie van nu naar later
C
Het verplaatsen van consumptie van later naar nu
D
het verplaatsen van geld naar een spaarvarken

Slide 5 - Quiz

Wat is de prijs van sparen en lenen?
A
Rente. sparen: betalen lenen: ontvangen
B
Rente. sparen: ontvangen lenen: betalen
C
Tijd. sparen: lang lenen: kort
D
Tijd. sparen: kort l enen: lang

Slide 6 - Quiz

Huren
Kopen
je spaart voor je oude dag
groot onderhoud is voor de eigenaar
je hebt te maken met wachtlijsten 
je loopt een daling van de hypotheekrente mis
je bent flexibel als je wilt verhuizen
je hebt een opstalverzekering

Slide 7 - Drag question

Het Nederlandse pensioenstelsel bestaat uit 3 pijlers:
A
AOW, basispensioen, vrijwillige pensioenopbouw
B
AOW, bedrijfspensioen, 65+toeslag
C
AOW, ZZP-pensioen, vrijwillige pensioenopbouw
D
AOW, bedrijfspensioen, vrijwillige pensioenopbouw

Slide 8 - Quiz

Bij welke van de 3 pijlers is er geen sprake van ruilen over de tijd?
A
Bedrijfspensioen
B
Geen van allen
C
A.O.W (basispensioen)
D
Vrijwillige pensioenopbouw

Slide 9 - Quiz


Wat is grijze druk ?
A
aantal 65+ / 20-65- jarigen X 100%
B
veel oude mensen op elkaar gestapeld
C
20-65- jarigen/ 65+ X 100%
D
Het aantal liters gebruikte grijsdekkende haarverf per kapper

Slide 10 - Quiz