04-01 Zinsontleding

Zinsontleding
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Zinsontleding

Slide 1 - Slide

Hebben jullie een goede vakantie gehad?

Slide 2 - Slide

Wat is de pv in deze zin:
Hebben jullie een goede vakantie gehad?

Slide 3 - Open question

Verdeel de zin in zinsdelen door er strepen tussen te zetten (- of |):
Hebben jullie een goede vakantie gehad?

Slide 4 - Open question

Wat is het onderwerp in deze zin:
Hebben jullie een goede vakantie gehad?

Slide 5 - Open question

Persoonsvorm
  • Altijd een werkwoord
  • Tijdproef: tegenwoordige tijd en verleden  tijd
    Hij loopt naar school - Hij liep naar school
  • Vraagproef: vraag ervan maken
    Hij loopt naar school - Loopt hij naar school?
  • Aantal veranderen: enkelvoud en meervoud
    Hij loopt naar school -  Wij lopen naar school

Slide 6 - Slide

Wat is de pv in deze zin:
De man uit Frankrijk wil graag naar Den Haag gaan.

Slide 7 - Open question

Zinsdelen
  • De delen waaruit een zin bestaat
  • Eén woord of meerdere woorden
  • Zoek eerst de persoonsvorm
  • Alle zinsdelen kan je voor de pv zetten, de zin moet wel kloppen!
  • Alles voor de pv is één zinsdeel

In de supermarkt kost een flesje cola 3 euro.
In de supermarkt | kost| een flesje cola | 3 euro

Slide 8 - Slide

Verdeel de zin in zinsdelen door er strepen tussen te zetten (- of |)
De man uit Frankrijk wil graag naar Den Haag gaan.

Slide 9 - Open question

Onderwerp
  • De persoonsvorm en het onderwerp horen  bij elkaar. Allebei enkelvoud of meervoud.
  • Wie/wat + pv = onderwerp
    Hij loopt naar school. Wie loopt naar school? Hij.
  • Verander de pv, zodat het onderwerp mee verandert
    Hij loopt naar school - Wij lopen naar school

Slide 10 - Slide

Wat is het onderwerp in deze zin:
De man uit Frankrijk wil graag naar Den Haag gaan.

Slide 11 - Open question

Wat is jullie favoriete spelletje?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Opdracht
Wat: ontleed de zinnen van de productomschrijving (pv, zinsdelen en ow)
Hoe: in het Word-bestand (Teams)
Hulp: chat in Teams
Tijd: tot 10:25
Klaar: stuur je antwoorden naar de docent via de chat

Slide 14 - Slide