Lezen 1.3 artikel, hoofdgedachte, opbouw alinea's

Lezen 1.3 

artikel, hoofdgedachte, opbouw alinea's, tekstverbanden

Leerdoelen 1.3 lezen

• Ik weet wat een alinea is;
• Ik kan onderwerp en hoofdgedachte van een tekst benoemen;
• Ik kan de opbouw van alinea's herkennen;
• Ik kan de functies van inleiding en slot herkennen;
• Ik kan tekstverbanden herkennen. 

Een artikel / uiteenzetting blz. 23 

Bevat objectieve informatie

Geeft uitleg over een onderwerp (structuren:)

• Een verklaring van een verschijnsel
• Een antwoord op een feitelijke vraag
• oorzaken en gevolgen van een probleem behandelen
• Uitleg geven over de inhoud/ resultaten van een onderzoek

Een artikel noemen we ook wel een

1. betoog
2. beschouwing
3. uiteenzetting

Het onderwerp van een tekst formuleer je meestal in een hele zin.

1. ja
2. nee

Waar kan je het onderwerp meestal vinden?

1. titel of ondertitel
2. inleiding

Onderwerp en hoofdgedachte blz. 25 

Onderwerp: waar een tekst over gaat. Een of enkele woorden.

Hoofdgedachte: Het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt. In een of twee zinnen.

Hoofdgedachte = onderwerp + wat wordt er over het ow gezegd

Alineaopbouw blz. 28 

In bijna elke alinea staat een kernzin, met daarin de belangrijkste informatie. De rest is uitleg. (kernzin kan een vraag zijn)

- Eerste zin en dan uitleg.

- Tweede (soms derde) zin, dan uitleg. Bij een inleidende of verbindende overgangszin.

- Laatste zin. Als de alinea naar een conclusie toewerkt.

Functies van inleiding en

• onderwerp noemen
• aanleiding noemen
• centrale vraag stellen
• mening geven
• samenvatting 
• perso(o)n(en) introduceren

slot blz. 29 

• conclusie / samenvatting
• advies / waarschuwing
• toekomstverwachting uitspreken

Maken

Lezen 1.3

opdracht 2, 4 t/m 11, 13

blz. 24-30