HERHALING 1.3

Lezen hoofdstuk 1.3
herhaling
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lezen hoofdstuk 1.3
herhaling

Slide 1 - Slide

Dit hoofdstuk

  • Tekstsoort: artikel / uiteenzetting
  • Onderwerp en hoofdgedachte
  • Alineaopbouw (kernzin)
  • Functies van inleiding en slot
  • Tekstverbanden

Slide 2 - Slide

Een artikel  blz. 25
Is een informatieve tekst. Bevat objectieve informatie. 

Geeft uitleg over een onderwerp, met één van deze structuren:
  • Een verklaring van een verschijnsel;
  • Een antwoord op een feitelijke vraag;
  • Oorzaken/gevolgen van een probleem (probleemoplossing)
  • Uitleg geven over de inhoud/ resultaten van een onderzoek;
  • Toont ontwikkeling/verandering van een verschijnsel (in tijd) aan.

Slide 3 - Slide

Een artikel noemen we ook wel een
A
betoog
B
beschouwing
C
uiteenzetting
D
nieuwsbericht

Slide 4 - Quiz

Onderwerp/hoofdgedachte blz. 27
Onderwerp: waar een tekst over gaat. Een of enkele woorden.
Hoofdgedachte: Het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt. In een of twee zinnen.

De formulering van de hoofdgedachte verschilt per tekstsoort.
Zie de leertekst op blz. 27:
a. Informatieve (feitelijke informatie) 
b. Betogende tekst (mening + argumenten).

Slide 5 - Slide

Het onderwerp van een tekst formuleer je meestal in een hele zin.
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

Waar kan je het onderwerp meestal vinden?
A
titel of ondertitel
B
inleiding

Slide 7 - Quiz

Alineaopbouw blz. 30
In bijna elke alinea staat een kernzin, met daarin de belangrijkste informatie. De rest is uitleg. Let op: de kernzin kán een vraag zijn!

Waar vind ik die kernzin?
- Eerste zin, daarna volgt uitleg.
- Tweede (soms derde) zin, daarna uitleg.
- Laatste zin. Als de alinea naar een conclusie toewerkt.

Slide 8 - Slide

Functie inleiding slot

Slide 9 - Slide

Functies van inleiding

  • onderwerp noemen
  • aanleiding noemen
  • centrale vraag stellen
  • mening geven
  • samenvatting 
  • perso(o)n(en) introduceren
Functies van het slot 

  • conclusie / samenvatting
  • advies / waarschuwing
  • toekomstverwachting uitspreken

Slide 10 - Slide

Kan er in een slot
ook nieuwe informatie staan?

Slide 11 - Mind map

Tekstverbanden p. 33
Met een tekstverband breng je samenhang aan tussen zinnen en alinea's.

Er zijn 11 tekstverbanden, ieder tekstverband heeft z'n eigen signaalwoorden (verbindingswoorden).

1. Schrijf alle tekstverbanden die je kent op.
2. Noteer per tekstverband 3 signaalwoorden.
3. Leg jouw lijstje naast dat van je buurman/buurvrouw.
4. Voeg de lijsten samen tot 11 tekstverbanden (of zoveel als je je kunt herinneren).
5. Stuur het lijstje naar LessonUp

Slide 12 - Slide

Noteer hier de tekstverbanden met 3 signaalwoorden.

Slide 13 - Open question

Aan het werk met 1.3

. Maak af 2 t/m 9 of start met 14a

Slide 14 - Slide