Spelling: G of CH

Onderwerp van de les
Weetwoorden
G of CH
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Onderwerp van de les
Weetwoorden
G of CH

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze les weet ik welke woorden ik met een g of met ch schrijf

Slide 2 - Slide

Woorden met g

Slide 3 - Mind map

woorden met ch

Slide 4 - Mind map

Uitleg ch of g

Slide 5 - Slide

G, gg of ch?
Mijn buurman is bru enbouwer.
A
gg
B
g
C
ch

Slide 6 - Quiz

G, gg of ch?
Ik heb een nieuws ierige moeder.
A
gg
B
g
C
ch

Slide 7 - Quiz

G, gg of ch?
Wij willen vandaag vle ten in ons haar.
A
gg
B
g
C
ch

Slide 8 - Quiz

Vul in de volgende woorden g of ch in:

Slide 9 - Open question

cht
g
Vandaag is iedereen (aanwezi...) ______ in de klas.
Het (to...t) ______ gelukkig niet in de gang.
Anne doet het (li...t) ________ aan.
Het boek van Kevin (li...t) ___________ op de tafel.

Slide 10 - Drag question

Wat hebben jullie vandaag geleerd?

Slide 11 - Open question