Procenten: Rekenen met Percentages

Procenten: Rekenen met Percentages
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Procenten: Rekenen met Percentages

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je berekeningen uitvoeren met procenten en begrijp je hoe procenten worden toegepast in alledaagse situaties.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over procenten?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn procenten?
Procenten zijn een manier om een deel van een geheel uit te drukken. Het woord 'percent' betekent letterlijk 'per honderd'.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Percentages berekenen
Om een percentage te berekenen, vermenigvuldig je het gegeven getal met het percentage en deel je het resultaat door 100.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Toepassingen van procenten
Procenten worden in veel situaties gebruikt, zoals korting berekenen, rente, winst en verlies, en groei- en afnameberekeningen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Procentuele verandering
Procentuele verandering bereken je door de verandering te delen door de oorspronkelijke waarde en dit te vermenigvuldigen met 100%.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Praktische oefeningen
Laten we enkele praktische oefeningen doen om procenten in actie te zien.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Procenten in het echte leven
Denk na over situaties waarin procenten een rol spelen in je dagelijks leven. Bijvoorbeeld bij het winkelen of het berekenen van rente op een spaarrekening.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
We hebben vandaag geleerd hoe procenten werken en hoe we ermee kunnen rekenen. Het is een nuttige vaardigheid die in veel situaties van pas kan komen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.