Herhaling spelling groep 6

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 6

Herhaling spelling groep 6

Woorden op -ig of -lijk.

Je hoort -ug maar je schrijft -ig zoals jarig.

Je hoort -uk maar je schrijft -lijk zoals vrolijk.

Leg uit.

Woorden op -ig of -lijk.

Je hoort -ug maar je schrijft -ig zoals jarig.

Je hoort -uk maar je schrijft -lijk zoals vrolijk.

woorden met -g-

woorden met -ch-

klederdra__t

gedra__

jar___

bela__elijk

geku__

beu__el

woorden met -ou

woorden met -au

k__wgom

beeldh__wer

veeh__derij

n__welijks

pauwen

wantr__wig

Woorden op -c- 

Je hoort -s- of -k- 

maar je schrijft -c-

cijfer

cent

circus

Leg uit.

Woorden op -ig of -lijk.

Je hoort -ug maar je schrijft -ig zoals jarig.

Je hoort -uk maar je schrijft -lijk zoals vrolijk.

Hoor je c als s of k?

creatief

1. S
2. K

Hoor je c als s of k?

provincie

1. s
2. k

Hoor je c als s of k?

direct

1. s
2. k

Samenstellingen

* Tegenwoordige tijd zijn gebeurtenissen die nu gebeuren.

Bijvoorbeeld:

* Wij leren wat de tegenwoordige tijd is.

* Wij bedenken zinnen die 

    in de tegenwoordige tijd staan.

samengestelde woorden

bliksem

goederen

naald

circus

afhaal

kaas

flits

trein

bomen

tent

maaltijd

stengels

Weet woorden

Woorden met  i en ie zijn weetwoorden.

Je schrijft meestal ie als je ie hoort. 

Woorden waarbij je een i in plaats van ie schrijft, 

moet je onthouden.

woorden met 

-ie-

woorden met -i-

l__ter

polit__

vr__nden

kant__ne

un__form

g__chel