Herhaling spelling groep 5

Herhaling spelling groep 5
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaling spelling groep 5

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Woorden op -ig of -lijk.

Je hoort -ug maar je schrijft -ig zoals jarig.
Je hoort -uk maar je schrijft -lijk zoals vrolijk.

Slide 2 - Slide

Leg uit.

Woorden op -ig of -lijk.
Je hoort -ug maar je schrijft -ig zoals jarig.
Je hoort -uk maar je schrijft -lijk zoals vrolijk.
woorden met -ig
woorden met -lijk
vrol___
duizel___
jar___
einde___
tijde___
aard___

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Spelling
woorden met ei of ij
&
woorden met ou of au

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

woorden met -ou
woorden met -au
k__wgom
meerv__d
brandh__t
__tomaat
s__zen
oerw__d

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

oefenen
evenwi____
kled___
st__ger
schr___
windw__zer
inlei
cht
ing
ei
eeuw
ij
ding

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Samenstellingen
* Tegenwoordige tijd zijn gebeurtenissen die nu gebeuren.

Bijvoorbeeld:
* Wij leren wat de tegenwoordige tijd is.
* Wij bedenken zinnen die 
    in de tegenwoordige tijd staan.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Maak samenstellingen met fiets - kleed - tas - bak - stoel - strand - laptop - winkel

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

samengestelde woorden
buurt
knuffel
schoen
prei
nood
kaas
feest
beest
veter
soep
weer
stengels

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

bakker-woorden
jager-woorden
bomen
druppel
getallen
zaken
broden
zakken

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions