M1: Unité 4, (Écouter)

M1E
Kayleigh
Lotte
Yunaid
Yusef
Lynn
Jaiden
Luuk
Joas
Megan
Jayda
Zara
Nada
Benjamin
Marijn
Mauro
Chesley
Keyano
Ravyar
Pedro
Ben
Sonya
Amena
Sietske
Amelie
Ravi
Karim
Jaydey
Thymo
Docent
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

M1E
Kayleigh
Lotte
Yunaid
Yusef
Lynn
Jaiden
Luuk
Joas
Megan
Jayda
Zara
Nada
Benjamin
Marijn
Mauro
Chesley
Keyano
Ravyar
Pedro
Ben
Sonya
Amena
Sietske
Amelie
Ravi
Karim
Jaydey
Thymo
Docent

Slide 1 - Slide

M1D
Armita
Juna
Suze
Naomi
Ralph
Lucas
Duko
Misha
Quinn
Jervee
Isaura
Megan
Thijmen
Sven
Ky-Shawn
Anna
Valentina
Julien
Samantha
Justin
Dennis
Sem
Docent

Slide 2 - Slide

M1B
Sara
Fem
Aysha
Jiya
Eldin
Thomas
Thijn
Tim
Alek
Thomas R
Ryan
Siem
Reniem
Izzy
Djaya
Thijs
Wesely
Ghislaine
Angelina
Kay
Ivar
Joan
Sterre
Damien
Diaz
Docent

Slide 3 - Slide

Programme
  • Objectif : Je begrijpt gesprekken over de weg vragen en omschrijven van woonomgeving en huis.
  • Devoirs
  • Écouter

Slide 4 - Slide

Devoirs
  • 8BCDEF
  • Apprendre 3 (Aller)

    Zijn er vragen over het huiswerk? 

Slide 5 - Slide

Exercice
Vul de juiste vertaling van aller in.
1 (Alice gaat) _______________________ habiter à Paris.
2 (Tom en Boris gaan) _______________________ en France.
3 (ik ga) _______________________ à l'école.

timer
3:00

Slide 6 - Slide

Exercice- correction 
Vul de juiste vertaling van aller in.
1 Alice (elle) va habiter à Paris.
2 Tom et Boris (ils) vont en France.
3 je vais à l'école.

Slide 7 - Slide

Apprendre 4 blz 36

Slide 8 - Slide

Écouter
  • Er zijn twee dialogen. In dialoog 1 vraagt iemand de weg, in dialoog 2 omschrijft iemand haar huis en kamer.

    Welke Franse woorden om de weg te wijzen en/of dingen te omschrijven kennen we al?
timer
1:00

Slide 9 - Slide

écouter
Prends ton livre à la page 21:

  • 9A: bekijk de pijlen op de borden. vertaal daarna de dikgedrukte woorden in zinnen 1 t/m 3.
  • 10: kies de juiste vertaling uit de twee woorden naast de zin.
  • Ben je klaar, ga je alvast door naar de volgende opdracht 11, 12 of Apprendre 4 blz 36
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Exercice 11 page 22

Slide 11 - Slide

9 t/m 14
Jullie gaan telkens met één opdracht aan het werk, die we direct nakijken.

Ben je klaar, ga je alvast door naar de volgende opdracht, of je wacht even stil tot de timer gaat.

Zodra de timer gaat, gaan we direct de opdracht nakijken. Na het nakijken gaan we direct verder met de volgende opdracht.

Slide 12 - Slide

9 t/m 14
  • 9A: koppel de zinnen aan de juiste plaatjes, vertaal daarna de dikgedrukte woorden in zinnen A t/m C.
  • 10: kies de juiste vertaling uit de twee woorden naast de zin.
  • 11AB: luister, en spreek na. Onderstreep welke letters in het Frans anders uitgesproken worden. 
  • 12: luister, en onderstreep het juiste antwoord. 1 en 2 horen bij dialoog 1, 3 en 4 bij dialoog 2.
  • 13: kies het juiste antwoord (1 t/m 3 = dialoog 1, 4 t/m 6 = dialoog 2).
  • 14: geef van elk dialoog aan waar ze heen willen.
timer
1:00

Slide 13 - Slide

Programme
  • Objectif : Je begrijpt gesprekken over de weg vragen en omschrijven van dingen.

  • Devoirs - ✔
  • Écouter - ✔

Slide 14 - Slide

Le prochain cours...
...??

  • Devoirs:
    - Faire (=afmaken) t/m 14
    - Apprendre "Apprendre 4".

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide