Les 26 - 1TA - Dinsdag 11 feb.

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Les 25 - 1TA
Grammatica



DOME

Slide 2 - Slide

Planning

1. Wat heb je thuis gelezen?
>Voorlezen
2. Nieuws
3. Herhaling vorige les
4. Zelfstandig werken
5. Afsluiten


Slide 3 - Slide

Leerlingen die niet in de Classroom zitten:




Als je er niet in zit, heb je het dus ook niet gelezen. Allemaal een kruisje in SOM: het huiswerk is niet gemaakt.
Als je het niet leest, ga je de opdracht niet kunnen maken.
Damiso, Maksym, Elise, Pim, Damian

Slide 4 - Slide

Wie moet er vertellen over het verhaal?

Slide 5 - Slide

Dit is er gebeurd:
-Eva is er zeker van dat de man haar aankeek, Fleur vindt dat onzin
>Hij weet heus niet hoe ze eruit zien en wat hun volledige namen zijn
>Criminelen: kunnen geen aangifte doen
-Fleur praat Eva een schuldgevoel aan: ze kan maar beter niet naar de politie gaan
-Fleur stelt voor om de volgende dag af te spreken, zodat het geld verdeeld kan worden
-Eva is te laat thuis, maar haar moeder vindt dat niet erg
>Eva is erg geschrokken en voelt zich heel slecht

Slide 6 - Slide

Voorlezen
timer
7:00

Slide 7 - Slide

NIEUWS VAN DE DAG

Het Jeugdjournaal.

Slide 8 - Slide

§2 - Persoonsvorm en zinsdelen
-Altijd een werkwoord
-Vertelt over het onderwerp
>Horen bij elkaar
1. Vraagzin maken
2. Zin in een andere tijd


Slide 9 - Slide

Zo kun je zinsdelen maken
1. Bepaal wat de persoonsvorm is
>Maak de zin vragend
>Zet de zin in een andere tijd
2. Kijk wat je allemaal voor de persoonsvorm kunt zetten

-Wat blijft een?
-Wat kan vrij verplaatst worden in de zin?

Slide 10 - Slide

§4 - ZD Onderwerp
-Een persoon, dier of ding
>Doet iets
>Kan meer dan 1 woord zijn
>Hoort bij de PV: Allebei ev of mv

1. Zoek de pv
2. Wie of wat + pv? = ow

Slide 11 - Slide

§6 - Werkwoordelijk gezegde
-Alle werkwoorden uit de zin
>Helpt je bij het vinden van het lijdend voorwerp (§8)
-Vertelt wat er gebeurt
-PV hoort daar ook bij
-Kan in alle vormen en op alle plekken staan 

Wat kan ik, iets of iemand doen of overkomen?

Slide 12 - Slide

§8 - Lijdend voorwerp
Iets of iemand ondergaat wat
-Staat niet in elke zin-
1. Zoek de persoonsvorm
2. Zoek het onderwerp
3. Zoek het werkwoordelijk gezegde
4.  Wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?
=LV

Slide 13 - Slide

pv - ow - wg - lv
Wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp? =LV

1. Yvette kietelde haar broertje onder zijn voet.


2. De premier ondertekende de overeenkomst.



Slide 14 - Slide

Maken
Cursus 5 - Grammatica
§8 - Lijdend voorwerp

Je maakt ook de A en B opdrachten!
Alleen de steropdrachten (C) mogen overgeslagen worden.

Klaar? Maak §10 of 'trainen' 


timer
27:00

Slide 15 - Slide

Einde van de les

Huiswerk: §8

Slide 16 - Slide