Indexcijfers: inleiding, enkelvoudig en omzetten in een waarde, 28-02-2022

Indexcijfers
1 / 17
next
Slide 1: Slide
commerciële calculatiesMBOStudiejaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Indexcijfers

Slide 1 - Slide

Leerdoelen:
- Ik kan werken met indexcijfers.



Slide 2 - Slide

Indexcijfers
Indexcijfers zijn verhoudingsgetallen. Ze kunnen bijvoorbeeld de prijsontwikkeling aangeven van een bepaald product.

Soms worden producten goedkoper (deflatie) en vaak worden producten duurder (inflatie).


Slide 3 - Slide

We kunnen naar 1 product kijken (bijv aarbeien) of naar een hele groep producten (bijv fruit) en daar het gemiddelde van nemen.


Indexcijfers

Slide 4 - Slide

VUISTREGEL
INDEXCIJFER VAN HET BASISJAAR IS ALTIJD 100

Slide 5 - Slide

Indexcijfers
Berekeningen indexcijfers:

Indexcijfer berekenen?
(gegeven van nieuw jaar : gegeven van het basisjaar) × 100 = indexcijfer.

  • Indexcijfer 2013 = 2,64 : 2,75 x 100 = 96

Slide 6 - Slide

Indexcijfers
Berekeningen indexcijfers:

Van indexcijfer naar getal?

1: Deel het indexcijfer van het gevraagde jaar door 100.
2: Vermenigvuldig de uitkomst met het getal in het basisjaar.

  • 1: 96 : 100 = 0,96
  • 2: 0,96 x 2,75 = €2,64



96

Slide 7 - Slide

Bereken het indexcijfer van 2006.

Slide 8 - Open question

Uitwerking
(gegeven van dat jaar : gegeven van het basisjaar) × 100 = indexcijfer.

Gebruik de verhoudingstabel en kom tot de volgende berekening:
107.000.000 : 71.000.000 x 100 = 150,70 (afgerond)

Slide 9 - Slide

Indexcijfers
2013
2014
2015
2016
2,64
2,75
2,51
I
96
100
101,09
Indexcijfer 2013 = 2,64 : 2,75 x 100 = 96

Slide 10 - Slide

Indexcijfers
2013
2014
2015
2016
2,64
2,75
2,51
2,78
I
96
100
91,27
101,09
2015: 2,51 : 2,75 x 100 = 91,27 
2016: 1: 101,09 : 100 = 1,0109
         2: 1,0109 x 2,75 = €2,78

Slide 11 - Slide

Bereken de omzet van 2013.

Slide 12 - Open question

Uitwerking
1: Deel het indexcijfer van het gevraagde jaar door 100.
2: Vermenigvuldig de uitkomst met het getal in het basisjaar.

Gebruik de verhoudingstabel en kom tot de volgende berekening:
1: 136 : 100 = 1,36
2: 1,36 x 318.000.000 = €432.480.000,00

Slide 13 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 14 - Slide

Hoe noemen we een prijsstijging?
A
Inflatie
B
Deflatie

Slide 15 - Quiz

Hoeveel punten is het basisjaar?
A
1000
B
10
C
100
D
1

Slide 16 - Quiz

Indexcijfers zijn hetzelfde als procenten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz