Burgers en stoommachines

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Startklaar

       

      Telefoon in het zakkie 

      Laptop dicht op tafel 
       Map en pen op tafel

       

      

Statement of Inquiry:

Technische innovatie creëert kansen en uitdagingen voor de mens.

Unit: Burgers en stoommachines

Learner Profile: Onderzoekend en goed geïnformeerd zijn.

ATL: bestaande kennis toepassen om nieuwe ideeën, producten of processen te genereren

Related concepts: Innovatie en revolutie. En causaliteit (oorzaak en gevolg)

Key concept: Verandering

Global context: Wetenschappelijke en technische innovatie

Programma

• Wat weten we al?
• Introductie
• Leerdoelen
• Instructie
• Aan de slag
• Evaluatie en reflectie

Overzicht periode 2

Week 1	Week 2	Week 3	Week 4
Voorkennis	Burgers en stoommachines	Een veranderende samenleving	De stoommachine

Week 5	Week 6	Week 7
Zwarte sneeuw	Kinderarbeid	Arbeids-omstandigheden

Wat weten we al?

Hieronder zie je weer de tijdbalk met de belangrijke periodes in de geschiedenis van Nederland. Deze unit gaat over de 19e eeuw. Dit tijdvak noemen we ook wel de tijd van burgers en stoommachines.          V

Wat weten we nog van...

Wat weten we nog van de twee tijdvakken die aan dit tijdvak voorafgingen?

Wat hoort bij het tijdvak REGENTEN EN VORSTEN
(1600-1700)?
Kies 3 antwoorden: 18e eeuw - Bataafse Republiek - 17e eeuw - begin wereldhandel - Franse Revolutie - Gouden Eeuw

Wat hoort bij het tijdvak PRUIKEN EN REVOLUTIES
(1700-1800)?
Kies 3 antwoorden: 18e eeuw - Bataafse Republiek - 17e eeuw - begin wereldhandel - Franse Revolutie - Gouden Eeuw

Introductie van de les

Deze les gaat over de opkomst van de burgers.

De inwoners van veel landen, waaronder Nederland, kregen steeds meer te zeggen over het bestuur van hun land.

Waarom dat zo was en hoe dat ging, leren we deze week.

Kijkvraag: Welke belangrijke veranderingen zie en hoor jij in het filmpje in het Nederland van de 19e eeuw?

Welke belangrijke veranderingen heb jij net in het filmpje gezien en gehoord in het Nederland van de 19e eeuw?

Leerdoelen: aan het eind van deze week

• kunnen we uitleggen waarom de 19e eeuw ook wel de tijd van de burgers en stoommachines wordt genoemd.
• kunnen we vertellen wat de Industriële Revolutie betekent.

Aantekeningen

Schrijf de belangrijkste sleutelwoorden op je aantekenpapier:

Kijkvragen voor het volgende 

filmpje: 1. Waarom vluchtte 

stadhouder Willem V naar 

Engeland? 2. Wie werd na 

Lodewijk Napoleon de nieuwe koning van Nederland?

Lees opdracht

Lees samen met de meester 

Instructie concepten (blz 34 en 35)

Schrijf op je aantekeningenblad wie en wat de burgers zijn. En schrijf op wat de Grondwet is.

www.google.com

Aan de slag

Schrijf op je aantekeningenblad:

Stadhouder Willem V vluchtte in 1795 naar Engeland, omdat ...

Na Lodewijk Napoleon werd ... de koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Niet vergissen!

Keizer                                                                         Koning

Napoleon Bonaparte       <-------------->    Lodewijk Napoleon

                                                            broers

1766 - 1795

1795 - 1806

1806 - 1810

1815 - 1830

Koninkrijk Holland

Bataafse Republiek

Republiek der verenigde Nederlanden

Verenigd Koninkrijk der Nederlanden

Lodewijk Napoleon

stadhouder Willem V

Koning Willem I

Napoleon Bonaparte

Aantekeningen

Schrijf de belangrijkste sleutelwoorden op je aantekenpapier:

Kijk het volgende filmpje van

01:45 tot 09:11 minuut!!!

www.bing.com

Lees- of kijkopdracht

Jullie mogen kiezen; de meeste stemmen gelden:

Lees samen met de meester paragraaf 3:

De eeuw van de stoommachine (blz 38, 39 en 40)

of kijk naar:

een filmpje : 0:00 - 05:19

www.bing.com

Instructie

https://schooltv.nl/video-item/de-republiek-een-land-dat-regeert-zonder-koning  (7:24 minuut)

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag

Lees terug in je boek op blz 12 en 13. Schrijf de zin over in je schrift en maak de zin af. Bespreek het met je groepje!

Het jaar 1672 was een rampjaar voor Nederland, omdat ...

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Aantekeningen

Schrijf de belangrijkste sleutelwoorden op je aantekenpapier:

Instructie

https://schooltv.nl/video-item/histories-wat-is-de-gouden-eeuw  (8:48 minuut)

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag

Naast de VOC bestond er ook nog een WIC.

Zoek uit wat de verschillen waren tussen de VOC en de WIC. 

We bespreken het met de klas!

                VOC

                 WIC

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Aantekeningen

Schrijf de belangrijkste sleutelwoorden op je aantekenpapier:

Instructie

https://schooltv.nl/video-item/de-patriotten-burgers-willen-zelf-hun-stad-besturen  (5:22 minuut)

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Welke grote verandering vond er plaats in het werk dat mensen in de 19e eeuw deden?
What major change occurred in the work people did in the 19th century?

1. Machines werden vervangen door werk met de hand.
2. Werk met de hand werd vervangen door machines.
3. Werken op het land veranderde in werken in een fabriek.
4. Werken in een fabriek veranderde in werken op het land.

Wat waren de voordelen van werk met machines?
What were the advantages of working with machines?

Waarom trokken de mensen in de 19e eeuw weg uit hun dorp en verhuisden ze naar de stad?
Why did people leave their villages and move to the city in the 19th century?

1. Omdat er in de stad werk te vinden was.
2. Omdat het in het dorp te gevaarlijk werd.
3. Omdat ze hun zelfgemaakte producten niet meer konden verkopen.
4. Omdat het in de stad rustiger was dan het dorp.

De 19e eeuw wordt de eeuw van de burgers genoemd, omdat...
The 19th century is called the century of the citizens because...

De 19e eeuw wordt ook de eeuw van de stoommachines genoemd, omdat...
The 19th century is also called the century of steam engines, because...

Denk opdracht

Reflectie

Pak je aantekeningen blad erbij.

Welke nieuwe woorden heb jij opgeschreven?

Welke woorden heeft je buurman/buurvrouw opgeschreven?

Is het duidelijk voor jezelf?

OPDRACHT:

Zorg dat je aantekeningen duidelijk staan omschreven. Welke woorden moeten er in terugkomen? Bespreek dit met de klas.

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende Unit. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag op basis van het Learner Profile en de ATL-skills. Dit wordt vastgelegd in Toddle. Samen blikken docent en leerlingen vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Leerdoel 1: Ik kan vertellen waarom de 19e eeuw de eeuw van de burgers wordt genoemd.

Ja

Nee

Een beetje

Leerdoel 2: Ik kan uitleggen waarom de 19e eeuw ook wel de eeuw van de stoommachines wordt genoemd.

Ja

Nee

Een beetje

Leerdoel 3: Ik kan vertellen wat de Industriële Revolutie betekent.

Ja

Nee

Een beetje

Tot de 19e eeuw

Vanaf de 19e eeuw

Meeste mensen boer

Meeste mensen werken in fabrieken (arbeiders)

Meesten leven op platteland

Meesten wonen in stad

Geen machines, werk met de hand

Werk gedaan met machines