Quiz 2kgt Kapitel 6-7

Vertaal: Ons huis is groot.
A
Unser Haus ist groß.
B
Euer Haus sind groß.
C
Unsere Haus war groß.
D
Euer Haus ist groß.
1 / 11
next
Slide 1: Quiz
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vertaal: Ons huis is groot.
A
Unser Haus ist groß.
B
Euer Haus sind groß.
C
Unsere Haus war groß.
D
Euer Haus ist groß.

Slide 1 - Quiz

Welke vorm van het werkwoord hoort in de zin?

(wohnen) Ich ___ in Kerkrade.

Slide 2 - Open question

Wat is de vertaling van het onderstreepte woord.

"Der Test ist sehr schwierig
A
praten
B
makkelijk
C
soms
D
moeilijk

Slide 3 - Quiz

rood
dunkel
maken
staan
de deur
gezellig
de woonkamer
duizend
thuis
tausend
die Tür
der Wohnzimmer
gemütlich
zu Hause
rot
machen
donker
stehen

Slide 4 - Drag question

Welke vorm van het werkwoord past in de onderstaande zin?

(antworten) Er ___ dem Lehrer"
A
antworte
B
antworten
C
antwortest
D
antwortet

Slide 5 - Quiz

Wat is de Nederlandse vertaling van "umziehen".


Slide 6 - Open question

Wat is juist in de zin?

"Das ist ___ Tisch (m)"
A
mein
B
meine

Slide 7 - Quiz

Wat is juist in de zin?

"Das ist ___ Wohnung (v)"
A
mein
B
meine

Slide 8 - Quiz

Wat is juist in de zin?

"Das sind ___ Türen (mv)"
A
unser
B
unsere

Slide 9 - Quiz

In welke zin is het werkwoord verkeerd vervoegd?
A
Ich rede mit dem Mann.
B
Wir reden mit dem Mann.
C
Er rede mit dem Mann.
D
Du redest mit dem Mann.

Slide 10 - Quiz

Stel jezelf in het Duits voor.
Ik heet ...
Ik ben ... oud.
Ik woon in ...

Slide 11 - Open question