What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Naamvallen klas 3
Naamvallen klas 3
In deze lessonup krijg je de naamvallen doorelkaar.
Je mag je blad met de stappen/schema's gebruiken.
Geef in elke zin de juiste vervoeging.
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Naamvallen klas 3
In deze lessonup krijg je de naamvallen doorelkaar.
Je mag je blad met de stappen/schema's gebruiken.
Geef in elke zin de juiste vervoeging.
Slide 1 - Slide
Welch___ Onkel erwarten Sie?
Slide 2 - Open question
D ___ Freude (v) (van alle) ____ Menschen war sehr groß.
Slide 3 - Open question
Der Bauer hat gestern sein___ Pferd (o) und sein___ Kühe (mv) verkauft.
Slide 4 - Open question
Sie ging mit (haar) ______ Freundinnen zum Fest.
Slide 5 - Open question
Er fuhr mit sein____ Mercedes (m) gegen ein____ Baum (m).
Slide 6 - Open question
Hast du vielleicht zehn Euro für mir/mich ?
Slide 7 - Open question
Erzählte er (elk) ____ Kind (deze) _____ Märchen (mv)?
Slide 8 - Open question
Das Buch (van onze) ______ Lehrerin lag auf der Bank.
Slide 9 - Open question
Hattet ihr in dies_____ Jahr schon Geburtstag?
Slide 10 - Open question
DEINE SCHUHE sind kaputt. Du sollst ______ wegschmeißen.
Slide 11 - Open question
Ich habe MEINEN TASCHENRECHNER zu Hause liegen lassen. _____ liegt im Schrank. Kannst du ______ mitbringen?
Slide 12 - Open question
DEINE MUTTER weiß es noch nicht? Erzähle es _____ sofort!
Slide 13 - Open question
LIDWOORDEN
Der: mannelijk
Die: vrouwelijk/meervoud
Das: onzijdig
Bepaal welk lidwoord het zelfstandig naamwoord krijgt.
Slide 14 - Slide
Opa
Slide 15 - Open question
Tante
Slide 16 - Open question
Buch
Slide 17 - Open question
Beispiel
Slide 18 - Open question
Sekunde
Slide 19 - Open question
Übung
Slide 20 - Open question
Voorzetsels
Verbind de voorzetsels met de juiste categorie.
Slide 21 - Slide
3e naamval
4e naamval
keuzevoorzetsel
MIT
NACH
BEI
SEIT
VON
BIS
DURCH
FÚR
OHNE
AN
ÜBER
HINTER
VOR
ZWISCHEN
Slide 22 - Drag question
Welke Duitse voorzetsels hebben altijd de vierde naamval?
Voorzetsel met een vierde naamval
Ander voorzetsel
durch
für
gegen
ohne
um
aus
bei
mit
nach
zu
Slide 23 - Drag question
Sleep de juiste Nederlandse vertaling
naar de Duitse voorzetsels.
aus
zu
von
seit
nach
mit
bei
uit
bij
met
na, naar
sinds
van, door
naar (bij personen
Slide 24 - Drag question
More lessons like this
A2A, naamvallen persoonlijke vnw. nog afmaken
February 2024
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Les 4 pers vnw 3e 4e nv
October 2021
- Lesson with
33 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
persoonlijk voornaamwoorden naamvallen
October 2024
- Lesson with
46 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, vwo
Leerjaar 3
Les 4 & 5 Sprachmittel & pers vnw 3e 4e nv
October 2022
- Lesson with
42 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
V5 10.09.2021
September 2021
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
T3C, naamvallen persoonlijke vnw.
February 2024
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
V4 naamvallen+voorzetsels
March 2023
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4
+3 +4 betekenis en welke
May 2023
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2