poëzie en rede

Wat doen we vandaag? 
  • Leerdoelen bespreken 
  • Interactieve instructie leerdoelen 
  • Een poëtische start maken: zelf gedichten schrijven. 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag? 
  • Leerdoelen bespreken 
  • Interactieve instructie leerdoelen 
  • Een poëtische start maken: zelf gedichten schrijven. 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen week 48
  • Je kunt uitleggen wat een strofe is en deze herkennen en gebruiken in gedichten.
  • Je kunt uitleggen wat een versregel is en deze gebruiken in gedichten.
  • Je kunt uitleggen wat de begrippen 'emotie' en 'rede' betekenen als het om poëzie gaat. 
Wat heb je hieraan in het leven? 

Slide 2 - Slide

Wat heb je eraan in het leven?
Creatief schrijven zorgt voor: 

  • meer empathisch vermogen;
  • beter kunnen lezen;
  • creatiever denken;
  • een geweldig sinterklaasgedicht kunnen schrijven.

Slide 3 - Slide

Verschillende definities van poëzie

Slide 4 - Slide

Wat is poëzie? 
  • Poëzie is woordkunst, een spel met woorden waarbij de dichter de lengte van de regel bepaalt.

  • Poëzie focust voornamelijk op de emotie van de lezer en minder op de rede (het verstand). Een dichter probeert vaak met weinig woorden een bepaald gevoel bij de lezer op te roepen. 




Slide 5 - Slide

Strofen en versregels
  • Een gedicht is meestal ingedeeld in strofen die door een witregel van elkaar zijn gescheiden. Je zou een strofe in een gedicht dus kunnen vergelijken met een alinea in een tekst.

  • Een strofe bestaat uit een aantal versregels. De woorden op één regel vormen samen een versregel. Een zin kan dus uit meerdere versregels bestaan.     




Slide 6 - Slide

Strofe en versregel
Strofe
versregel

Slide 7 - Slide

oefenen
Klassikale vragen: 
- Wijs een strofe aan. 
- Wijs een versregel aan. 



Op de volgende slide volgt nog een vraag over dit gedicht die je individueel beantwoordt. 

Slide 8 - Slide

Wat is er volgens jou aan de hand in dit gedicht met de ik-persoon?

Slide 9 - Open question

Een poetische start maken
  • We gebruiken voor de opdrachten een Padlet (link staat in studiewijzer)

  • Elke week vind je daar 2 lessen/kopjes waarvan je de opdrachten maakt. 
  • Bij elke les/elk kopje kies je voor de A of B-opdracht.
  • Iedere opdracht lever je in op Magister/opdrachten op de juiste plek.
  • Je levert iedere week dus 2 opdrachten in! 




Slide 10 - Slide

Opdracht 1A: een elfje schrijven
  • Twee elfjes schrijven
  • Hieronder staat hoe je dat kunt doen.
Versregel 1: je kiest een kleur of een eigenschap bij jouw onderwerp.
Versregel 2: je bedenkt twee dingen bij deze kleur of eigenschap.
Versregel 3: je vertelt iets over jouw onderwerp.
Versregel 4: je geeft nog meer informatie over het onderwerp.
Versregel 5: je vat het gedicht samen



Slide 11 - Slide

Opdracht 1A: een elfje schrijven

Slide 12 - Slide

Opdracht 1B: een stiftgedicht maken
Inhoud: 
  • verrassend of universeel;
  • kan ook grappig zijn;
  • of gewoon mooi: een nieuwe manier van kijken.

Slide 13 - Slide

Opdracht 1B: een stiftgedicht maken

Slide 14 - Slide

Opdracht 1B: een stiftgedicht maken

Slide 15 - Slide

Je kiest voor opdracht 1A of 1B
Je kiest dus: OF twee elfjes schrijven OF een stiftgedicht maken. 

Slide 16 - Slide

Opdracht 2A: geluidsgedicht
  • Het gebruik van geluiden in poëzie: Geluid is niets meer dan een kleine verandering in de luchtdruk. Het gehoororgaan van mensen en dieren neemt deze verandering waar, wanneer het trommelvlies van het oor in trilling wordt gebracht. De opgevangen trillingen worden als stroompjes doorgegeven aan de hersenen, die het interpreteren als een bepaald geluid.
  • Als dichter kan je dat interpreteren van het geluid ook letterlijk nemen. Je beschrijft dan letterlijk wat je hoort.

Slide 17 - Slide

Opdracht 2A: geluidsgedicht

Slide 18 - Slide

Opdracht 2A: geluidsgedicht

Slide 19 - Slide

Opdracht 2B: stemmig gedicht
  • Een stemmig gedicht is een gedicht dat niet ontstaat door te schrijven, maar door geluiden en stemmen op te nemen.
  • Je maakt dit gedicht door opnames van jouw eigen stem en de stemmen van anderen te combineren en die vervolgens uit te schrijven.
  • Je mag hierbij ook de geluiden beschrijven of iets zeggen over de geluidssterkte.

Slide 20 - Slide

Opdracht 2B: stemmig gedicht

Slide 21 - Slide

Opdracht 2B: stemmig gedicht
'Ik wil niet'
'het is zo..'
'KOUD!'
kletterkletterkletter poetspoetspoets
'waarom neem jij nou het laatste beetje!?'

'NEEHEE LAAT MAAR!'
kggt, kggt 
peddelpeddelpeddel 

kggt,kggt
HEEEJ POES! 
LEKKER GESLAPEN? 


Wat zie jij voor situatie voor je bij dit stemmige gedicht? 

Slide 22 - Slide

Wat ga je nu doen? 
  • Je kiest opdracht 1A-Elfje of opdracht 1B – stiftgedicht.
  • Maak de opdracht en levert deze in via Magister opdrachten.
  • Je kiest opdracht 2A-geluidsgedicht of opdracht 2B-stemmig gedicht.
  • Maak de opdracht en lever deze in.
  • Deadline: vrijdag 1 december. Inleveren via Magister opdrachten

Je levert dus twee opdrachten in!


Slide 23 - Slide