3K H10.2 Som- en verschilgrafieken deel 1

Welkom
Paragraaf 10.2 Som- en verschilgrafiek
Leg voor je open:
3J2: blz. 203-205
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Paragraaf 10.2 Som- en verschilgrafiek
Leg voor je open:
3J2: blz. 203-205

Slide 1 - Slide

Voorkennis
Wat weet je al?

Slide 2 - Slide

Wat betekent het woord "som"?
A
plus
B
min
C
vermenigvuldigen
D
berekenen

Slide 3 - Quiz

Maak van de 2 formules een somformule.
aantal = 5 + 6t
aantal = 4 + 2t
Wat is de somformule
A
aantal = 1 + 4t
B
aantal = 1 + 8t
C
aantal = 9 + 4t
D
aantal = 9 +8t

Slide 4 - Quiz

Lesdoelen
  • Je leert som- en verschilformules verklaren en maken.
  • Je leert som- en verschilgrafieken te tekenen.

Slide 5 - Slide

Uitleg theorie

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Somformule en verschilformule
Som betekent +
Verschil betekent -

Slide 9 - Slide

Som en verschil formules

Als dezelfde variabelen in twee formules zitten, kan je ze bij elkaar optellen of van elkaar aftrekken.

Deze formules gaan vaak over kosten, oppervlakte, huurprijs of het aantal keren dat iets voorkomt.
letters of woorden

Slide 10 - Slide

Som en verschil formules 
Je huurt twee huisjes op een vakantiepark, maak de somformule en de verschil formule
Som (hoeveel is het samen + ):

Huurprijs in € = 80 + 250w
Huurprijs in € = 20 + 270w
Totaal            € = 100 + 520w
Verschil (wat is het verschil - ):

Huurprijs in € = 80 + 250w
Huurprijs in € = 20 + 270w -
Verschil        € =  60 - 20w

Slide 11 - Slide

Je kan het!
Enkele oefeningen...

Slide 12 - Slide


Welke grafiek is
de somgrafiek?
A
de groene
B
de zwarte
C
de paarse
D
geen idee

Slide 13 - Quiz

Meneer de Bruyn gaat met zijn familie op vakantie. Daar kunnen ze twee soorten huisjes huren. 

Type A:        huurprijs in € = 250 + 150 a
Type B:        huurprijs in € = 200 + 175 a

a: aantal dagen

Beantwoord de vraag op de 
volgende pagina.

Slide 14 - Slide

Type A: huurprijs in euro = 250 + 150 a
Type B: huurprijs in euro = 200 + 175 a
Geef de verschilformule.
A
huurprijs in € = 50 - 25a
B
huurprijs in € = -50 + 25a
C
huurprijs in € = 50 + 25a
D
huurprijs in € = -50 - 25a

Slide 15 - Quiz

Aan de slag


Maken: 
Opdracht 12, 15, 16 en 18
Blz 205 t/m 210


Slide 16 - Slide

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 17 - Open question

Wat vind je nog moeilijk aan deze les?

Slide 18 - Open question

Tot ziens iedereen

Slide 19 - Slide