This lesson contains 27 slides, with text slides.
Verzonnen verhalen. De schrijver fantaseert, heeft het verhaal zelf bedacht.
Verhalen/ boeken worden geschreven om je te vermaken. De schrijver verzint een verhaal, maar kan zich wel baseren op ware gebeurtenissen.
Voorbeelden: Leesboek, stripverhaal, musical, game, film, poëzie.
Fictie kun je naar lengte van het verhaal indelen: korte verhalen (paar tot tiental pagina’s), novelles (50 à 80 pagina’s) en romans (150 pagina’s of meer).
Teksten over de werkelijkheid. Wat er staat, is echt gebeurd en geeft informatie. Non-fictie = feiten
Geschreven om je te informeren of instrueren.
Voorbeelden:
Nieuwsbericht, biografie, journaal, schoolboek, kookboek
Fictie kan realistisch of niet-realistisch zijn: