Quiz Engels 4 Paul Abma

QUIZ ENGELS 4
Paul Abma
1 / 40
next
Slide 1: Slide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

QUIZ ENGELS 4
Paul Abma

Slide 1 - Slide

just like mine
A
net als ik
B
net als de mijn
C
net als de mijne
D
het lijk ligt in de mijn

Slide 2 - Quiz

backpack
A
houd je bek
B
rugzak
C
broodzak
D
bek en pek

Slide 3 - Quiz

cap
A
pet
B
kap
C
kep
D
muts

Slide 4 - Quiz

classroom
A
slagroom
B
klasroom
C
klasruimte
D
klaslokaal

Slide 5 - Quiz

clothes
A
trui en broek
B
kleren
C
sluiten
D
dichtbij

Slide 6 - Quiz

doll
A
pop
B
dol
C
gek
D
grappig

Slide 7 - Quiz

jeans
A
Levi's
B
spijkerjasje
C
spijkerpoepen
D
spijkerbroek

Slide 8 - Quiz

money
A
mijn
B
schatje
C
geld
D
bankpas

Slide 9 - Quiz

escalator
A
vlinder
B
trap
C
roltrap
D
ladder

Slide 10 - Quiz

sneakers
A
stiekem
B
spionnen
C
sportbroek
D
sportschoenen

Slide 11 - Quiz

sweater
A
trui
B
zweten
C
zweter

Slide 12 - Quiz

juice
A
justitie
B
sap
C
juist
D
jus

Slide 13 - Quiz

collect
A
ophalen
B
telefoneren
C
betalen

Slide 14 - Quiz

sound
A
gezond
B
klinken
C
zonde

Slide 15 - Quiz

understand
A
verstandig
B
begrijpen
C
onverstandig
D
onderstand

Slide 16 - Quiz

secret
A
heks
B
secreet
C
geheim

Slide 17 - Quiz

tummy
A
Tommie
B
dommerd
C
maag, buik
D
rug, schouders

Slide 18 - Quiz

couch
A
bank
B
verkouden
C
griep

Slide 19 - Quiz

newspaper
A
het nieuws
B
krant
C
journaal
D
NOS

Slide 20 - Quiz

junk food
A
verslaafde
B
wiet
C
Mc Donald's
D
ongezond eten

Slide 21 - Quiz

cry
A
schreeuwen
B
huilen
C
kraai

Slide 22 - Quiz

poor
A
poort
B
arm
C
rijk
D
deur

Slide 23 - Quiz

mistake
A
fout
B
diefstal

Slide 24 - Quiz

magazine
A
magazijn
B
tijdschrift

Slide 25 - Quiz

note
A
bankbiljet
B
walnoot
C
pinda's
D
kastanje

Slide 26 - Quiz

customer
A
winkeleigenaar
B
kassamedewerker
C
klant
D
vakkenvuller

Slide 27 - Quiz

cheap
A
schaap
B
schapen
C
duur
D
goedkoop

Slide 28 - Quiz

liar
A
liggen
B
leugenaar
C
lager

Slide 29 - Quiz

Schrijf in het Engels: leraar
chartee

Slide 30 - Open question

Schrijf in het Engels: koffie
focfee

Slide 31 - Open question

Schrijf in het Engels: thee
eat

Slide 32 - Open question

Schrijf in het Engels: blij
yhppa

Slide 33 - Open question

Schrijf in het Engels: links
felt

Slide 34 - Open question

Schrijf in het Engels: winkel
hops

Slide 35 - Open question

Schrijf in het Engels: stad
nowt

Slide 36 - Open question

Schrijf in het Engels: weg
doar

Slide 37 - Open question

Schrijf in het Engels: park
krap

Slide 38 - Open question

Schrijf in het Engels: speelgoed
yots

Slide 39 - Open question

Schrijf in het Engels: kaart
pma

Slide 40 - Open question