4M week 9 les twee

1 / 29
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

What are we going to do today?

- Who is here?
- Previous lesson
- Homework Check
- Writing assignment
- End of lesson

Slide 2 - Slide

Write me words!
A E T R
K P L O
I M S N
H U D F

Slide 3 - Slide

What did we do the previous lesson?

Slide 4 - Slide


- A writing assignment

Slide 5 - Slide

Homework

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Grammar 12
1. Wat zijn de comparatives and superlatives?
2. Hoe gebruik ik de comparatives and superlatives?
3. Wat precies is er anders bij onregelmatige comparatives and superlatives?

Slide 8 - Slide

Grammar 14
1. Wat zijn 'relative clauses'?
2. Hoe vorm ik de relative clauses?
3. Wanneer kan ik de relative clauses weglaten?

Slide 9 - Slide

Formal letter
1. Wat is de structuur van een formele brief?
2. Wat mag ik vooral NIET doen in een formele brief?
3. Waar moet ik vooral goed op letten?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

TEST ALERT

Op maandag heb je de toets van de verbs and words. 

Zijn hier nog vragen over? Kan ik jullie ergens mee helpen?

Slide 12 - Slide

Go to page 103

Slide 13 - Slide

Complex and compound sentences

Slide 14 - Slide

Sentences
We gaan het hebben over drie soorten zinnen:

1. Simpele zinnen
2. Samengestelde zinnen
3. Complexe zinnen

We beginnen uiteraard bij één.

Slide 15 - Slide

Simple sentences
Enkelvoudige zinnen hebben één onderwerp en één persoonsvorm. Ze brengen één gedachte over.

The zoo adopted two lions last month. 


Slide 16 - Slide

Compound sentence
Een samengestelde zin zijn twee simpele, enkelvoudige zinnen die aan elkaar zijn geplakt door één van de volgende woorden:
and, but, for, nor, or, so, yet.

I heard the children playing but I didn't see them

Slide 17 - Slide

Complex sentence
Eén enkelvoudige zin met een bijzinnetje, verbonden door because, since, after, although of when. Ook that, who of which maken een zin een complexe zin.

After I finished work, I will help you. 

Slide 18 - Slide

Leer die woorden uit je hoofd!

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

The protestors didn't leave because they were angry.
A
Compound
B
Simple
C
Complex

Slide 21 - Quiz

He is someone who will help those in need.
A
Simple
B
Complex
C
Compound

Slide 22 - Quiz

We have bought two tickets for next week
A
Complex
B
Compound
C
Simple

Slide 23 - Quiz

I've got a job, so I can buy my own clothes
A
Simple
B
Compound
C
Complex

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Work!
Do exercises 19, 20, 22, 23


Done?
Test Yourself
Herhaling vanaf bladzijde 56
timer
1:00

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Goodbye!
Do exercises 19, 20, 22, 23


(is voor volgende week donderdag in verband met de toets op maandag!)

Slide 29 - Slide