5.1 Verbrandingsverschijnselen

H3 Energie
Herhalen vorige les
1 / 16
next
Slide 1: Slide
nask2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H3 Energie
Herhalen vorige les

Slide 1 - Slide

Leerdoelen vorige les
  • We weten welke energievormen er zijn.
  • We weten wat de eenheid is van energie. 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen deze les
  • Je kent en herkent de drie vormen van warmtetransport.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

D3: Warmtetransport (Nask 1)
Op een winterdag is het koud in huis. Je zet de verwarming aan. Eerst wordt alleen de radiator warm, maar naar een tijdje verwarmt de hele kamer. De warmte van de radiator heeft zich dus verplaatst.
Het verplaatsen van warmte noem je warmtetransport. Warmte verplaatst zich van een plaats met een hoge temperatuur naar een plaats met een lage temperatuur. Er zijn drie manieren waarop warmte zich kan verplaatsen: via straling, stroming of geleiding. Tijdens deze demonstratieproef onderzoek je die manieren.
Neem bladzijde 9 van je boekje voor je en lees het door. 

Slide 7 - Slide

H5 In vuur en vlam!

§5.1 Brand!
§5.2 Een brand blussen
§5.3 Volledige en onvolledige verbranding
§5.4 Versterkt broeikaseffect
§5.5 Luchtvervuiling
 
 

Slide 8 - Slide

Leerdoelen 
  • Je kan uitleggen wat je ziet bij een brand
  • Je kan uitleggen hoe een vlam eruit ziet
  • Je kan verschillende vlammen van de brander benoemen en uitleggen hoe je deze krijgt

Slide 9 - Slide

Verbrandingsverschijnselen
Brand: chemische reactie van een brandstof met zuurstof
Brandverschijnselen: reactieverschijnselen die je waarneemt bij een brand
Warmteontwikkeling: ontstaan van hitte
Verbranding: reactie van een brandstof met zuurstof
Luchtverontreiniging: vervuiling van de lucht door gassen en vaste stoffen


Slide 10 - Slide

Verbrandingsverschijnselen
Vlammen: vuur of gloeiend gas
Vonken: gloeiende vaste deeltjes
Rook: een mengsel van kleine vaste deeltjes in een gas
Roet: onverbrande koolstof of een mengsel van verbrandingsgassen en zwevende vaste deeltjes die niet gloeien
As: vaste stof die overblijft na een brand

Slide 11 - Slide

Vlam
Kern: het deel van de vlam rondom de lont
Mantel: het buitenste deel van een vlam

Slide 12 - Slide

Brander
Gele vlam/Pauzevlam: goed zichtbare vlam van een brander, 
die je krijgt als je de luchtring dichtdraait.

Kleurloze vlam: vlam van een brander, die je krijgt als je de 
luchtring een beetje opendraait. Deze vlam gebruik je om 
iets voorzichtig te verwarmen

Ruisende vlam: vlam van een brander, die je krijgt als je de 
luchtring helemaal opendraait. Deze vlam gebruik je als je 
iets sterk wil verhitten

Slide 13 - Slide

P1: Verbranding van vaste stoffen (Nask 1) 

Doel van de proef
Je onderzoekt welke invloed vaste stoffen op de kleuren van een vlam hebben. 

Neem bladzijde 14 uit je boekje voor je en lees het door. 

Slide 14 - Slide

Leerdoelen deze les behaald?
  • Je kent en herkent de drie vormen van warmtetransport.
  • Je kan uitleggen wat je ziet bij een brand
  • Je kan uitleggen hoe een vlam eruit ziet
  • Je kan verschillende vlammen van de brander benoemen en uitleggen hoe je deze krijgt

Slide 15 - Slide

Zelfstandig werken
  • Werk D3 uit, of
  • Werk P1 uit, of
  • Maak de opdrachten 1 t/m 15, of
  • Gaan de opdrachten je gemakkelijk af, maak dan 12 t/m 17
  • Kijk deze opdrachten na.
  • Bepaal welke opdrachten je besproken wilt hebben?

Slide 16 - Slide