240920 lezen §2 + spelling §4

Welkom M1b!
Deze spullen heb ik nodig:

  • leesboek
  • werkboek
  • schrift
  • etui
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom M1b!
Deze spullen heb ik nodig:

  • leesboek
  • werkboek
  • schrift
  • etui

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Vrij lezen (10 min)
  • Meer dan lezen §2: onderwerp (30 min)
  • Spelling §3 nakijken (5 min)
  • Spelling §4: meervouden (25 min)
  • Lesafsluiting (5 min)

Slide 2 - Slide

Vrij lezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Flexuur lezen
Donderdag het eerste uur.

Boekentips uitwisselen, zelf lezen en kennismaken met nieuwe boeken!

Slide 4 - Slide

Leerdoel lezen §1 + 2

  1. Ik kan de betekenis van moeilijke woorden ontdekken door een woordraadstrategie te gebruiken.

  2. Ik kan het onderwerp van een tekst bepalen.

Slide 5 - Slide

Leerdoel lezen §2
Ik kan het onderwerp van een tekst bepalen.


Onderwerp = In een paar woorden geef je aan waar een tekst over gaat. Dit doe je zo kort mogelijk. Het hoeft géén hele zin te zijn.

Slide 6 - Slide

Lezen §2
Het onderwerp van een tekst.

Lees niet snel, maar slim!

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Oriënterend lezen

Slide 9 - Slide

Het onderwerp van een tekst
A
Vind je door te vragen: wie/wat + persoonsvorm?
B
Geeft in het kort aan waar een tekst over gaat.
C
Vind ik door een tekst helemaal van A-Z te lezen.
D
Geeft in een hele zin aan waar een tekst over gaat.

Slide 10 - Quiz

Het onderwerp van een tekst bestaat uit
A
Een hele zin.
B
Maximaal 5 woorden.

Slide 11 - Quiz

Als ik een tekst oriënterend lees, dan
A
kijk ik naar de titel, plaatjes, tussenkopjes en dikgedrukte woorden.
B
kijk ik naar de eerste en laatste regel van elke alinea.
C
kijk ik naar de hele tekst.
D
kijk ik naar de titel.

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Link

Wat is het onderwerp van deze tekst?
A
Gemeente Amsterdam niet te spreken over Ajax-rellen: 'Ongelofelijk triest'
B
Rellen door Ajax-fans
C
Ajax-fans protesteren tegen politiestakingen
D
Politiebureau in Amsterdam is belaagd door supporters van Ajax.

Slide 14 - Quiz

Oefenen
We bekijken samen opdracht 2 (blz. 16) en lezen de bijbehorende teksten.

Daarna maak je opdracht 2 en 3 zelfstandig.

Hoe: alleen
Nodig: werkboek, pen, schrift
Klaar: Lees uit je boek

timer
15:00

Slide 15 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Vrij lezen (10 min)
  • Meer dan lezen §2: onderwerp (30 min)
  • Spelling §3 nakijken (5 min)
  • Spelling §4: meervouden (25 min)
  • Lesafsluiting (5 min)

Slide 16 - Slide

Opdracht 3 (blz. 232)
Opdracht 3
  1.  Meike liep op blote voeten over het natte strand het koude zeewater in.
  2. Dat gele bord waarschuwt snelle hardlopers voor een agressieve roofvogel.
  3. Onze nieuwe tafel heeft een glazen blad en metalen poten.
  4. In de feestelijke carnavalsoptocht droegen we maffe maskers en kleurige pruiken.
  5. Ruben heeft de mysterieuze berichten van een onbekende afzender meteen weggegooid.
  6. Volgens de slimme schilder geeft deze geurloze verf geen vieze verflucht in huis.

Slide 17 - Slide

Opdracht 4
Opdracht 4
  1. Jeans en co: voor modieuze outfits en toffe tassen.
  2. Een veilige fietstocht op een vederlichte fiets van Van der Wiel.
  3. Word een gezonde snoeper met de verse groenten van De Groene Hoek.
  4. Slimme mensen kiezen voor schone haren met Super Shampoo.
  5. Verf van Kleur en zo maakt van je sfeerloze kamer een smaakvolle ruimte.
  6. Boek nu een actieve vakantie met complete verzorging bij Gijs op Reis.

Slide 18 - Slide

Opdracht 5
Opdracht 5
  1.  grijze
  2. elastieken
  3. lieve
  4. uitstekende
  5. kale
  6. tamme

GELUKT

Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Laura at de goed gelukte taart meteen op.


Slide 19 - Slide

Beoordeel jezelf
Heb je de leerdoelen behaald? 





Ja > smiley
Nee > sad face + inschrijven flexuur Nederlands

Slide 20 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Vrij lezen (10 min)
  • Meer dan lezen §2: onderwerp (30 min)
  • Spelling §3 nakijken (5 min)
  • Spelling §4: meervouden (25 min)
  • Lesafsluiting (5 min)

Slide 21 - Slide

Leerdoel

Ik weet het verschil tussen enkelvoud en meervoud.

Ik kan meervouden op -en en -s spellen.

Slide 22 - Slide

Enkelvoud / meervoud?
  • Een zelfstandig naamwoord = mens/dier/ding

  • Enkelvoud = ik heb maar één van iets

  • Meervoud = ik heb meer van iets

  • Voorbeeld: laptop > laptops


Slide 23 - Slide

Spelling §3 uitleg
We maken aantekeningen:


Meervouden op -en

Boek > boeken
pen > pennen
duif > duiven
huis > huizen

Meervouden op -s

telefoon > telefoons
café > cafés
tante > tantes
paraplu > paraplu's
cadeau > cadeaus

Slide 24 - Slide

Oefenen

Maak van spelling §4 opdracht 1, 2, 3.1 en 4 (blz. 234).
Dit maak je in je schrift!

Hoe: alleen
Nodig: werkboek, pen, schrift
Klaar: Lezen §2 (blz. 16) opdracht 2 + 3 al af? Dan lees je uit je boek.

timer
10:00

Slide 25 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Vrij lezen (10 min)
  • Meer dan lezen §2: onderwerp (30 min)
  • Spelling §3 nakijken (5 min)
  • Spelling §4: meervouden (25 min)
  • Lesafsluiting (5 min)

Slide 26 - Slide

Lesafsluiting
  • Hoe schrijf ik het meervoud van 'ligbed'?
  • Wat was nieuw voor jou?
  • Wat vond je goed gaan bij jezelf?

Slide 27 - Slide

Volgende les:
  • Spelling §4
  • Meer dan lezen §2

Huiswerk:
Meer dan lezen §2 > opdracht 2
Maak van spelling §4 opdracht 1, 2, 3.1 en 4 (blz. 234).


Slide 28 - Slide