les 3 ontwikkelingsfasen

Les 3
1 / 30
next
Slide 1: Slide
OntwikkelingsfasenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Je benoemt 3 interne factoren die invloed hebben op de ontwikkeling

Je benoemt 3 externe factoren die invloed hebben op de ontwikkeling

Je benoemt 2 factoren van zelfbepaling die invloed hebben op de ontwikkeling

Je legt uit welke (min 4) verschillende ontwikkelingsgebieden er zijn

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Planning
1. Terugblik
2. Theorie: Hoe mensen zich ontwikkelen 
3. Opdracht: Ontwikkelen
4. Lesevaluatie
5. Huiswerk

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkelingspsychologie, wat is dat ook al weer?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Jean Piaget
De eerste psycholoog die zich verdiepte in de verstandelijke ontwikkeling van kinderen.

Sensomotorische fase (0-2 jaar)
Pre- operationele fase (2-7 jaar)
Concreet operationele fase (7-12 jaar)
Formeel operationele fase (12- .. )

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Erik Eriksen (ontwikkelingsfasen)


De psychosociale ontwikkeling is de ontwikkeling van het kind in relatie tot zijn sociale omgeving. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is belangrijk in onderstaande ontwikkelingsfasen volgens Eriksen

Slide 8 - Slide

Vertrouwen-wantrouwen (veilig opgroeien)

6-12 Vlijt- minderwaardigheid. Schooltaakjes, moeite met aanpassen minderwaardig

12- 18: identiteit- identiteitsverwarring
Wie ben ik? wie zijn mijn vrienden, wie is mijn partner?
Pyramide van Maslow

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je aan de pyramide van Maslow?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Hoe mensen zich ontwikkelen
groeiprocessen: dit betreft de lichamelijke groei die het gevolg is van celdeling;


leerprocessen: dit betreft het verwerven van theoretische, praktische                                                        en sociaal-emotionele kennis en vaardigheden;




rijpingsprocessen, kortweg rijping: dit betreft het ‘ergens aan toe zijn’, je bent er wel of niet aan toe om iets te leren.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: Leeftijden
 Baby 
 Peuter 
 Kleuter 
 Schoolkind
 Puber 
 Adolescent 
 Volwassene 
 Oudere mens 
Schrijf voor jezelf op welke leeftijden erbij de doelgroepen horen
timer
10:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkelingsfasen 

  •  Baby (0-18 maanden)
  •  Peuter (18 maanden-4 jaar)
  •  Kleuter (4-6 jaar)
  •  Schoolkind (6-12 jaar)
  •  Puber (12-17 jaar)
  •  Adolescent (17-25 jaar)
  •  Volwassene (25-67 jaar)
  •  Oudere mens (67 jaar en ouder)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Gebieden van de ontwikkeling

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

ontwikkelingsfase: Puber
Welke kenmerken horen bij deze fase?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat is een ontwikkelingstaak?

Slide 16 - Mind map

Een ontwikkelingstaak is een stap die ieder kind (0-19 jaar) in zijn ontwikkeling moet nemen om een stap verder te komen in die ontwikkeling.
Factoren die je ontwikkeling bepalen

Interne factoren (aanleg/ genen)

Externe Factoren  (omgevingsfactoren)


Zelfbepaling

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: Factoren die je ontwikkeling bepalen
1. Interne factoren (aanleg/ genen): Geef 4 voorbeelden  van interne factoren die invloed hebben op je ontwikkeling


2. Externe Factoren (omgevingsfactoren): Geef 5 voorbeelden van omgevingsfactoren/ externe factoren die invloed hebben op je ontwikkeling

3. Zelfbepaling: Geef 3 voorbeelden van zelfbepaling die invloed hebben op je ontwikkeling

Hulpmiddelen: Je mag zoeken in de theorie van Thiememeulenhof en internet



Klaar? mail naar: i.de.kleijn@rocmondriaan.nl
timer
30:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Interne factoren
Aanleg
Beperkingen

Slide 19 - Slide

uiterlijke kenmerken,
karakter
stoornissen
talenten
Externe factoren
De directe omgeving

Slide 20 - Slide

de directe omgeving (bijvoorbeeld het gezin, de kinderopvang, leeftijdsgenoten, vrienden, collega’s, de buurt, het wonen in een seniorenflat);
Externe factoren
Sociale en economische factoren

Slide 21 - Slide

de school en het soort onderwijs, opgroeien in rijkdom of armoede, wel/geen mogelijkheden sport te beoefenen, wel/geen goed pensioen);
Externe factoren
  Culturele factoren

Slide 22 - Slide

de tijd waarin je leeft en opgroeit, de waarden en normen van je ouders en de waarden en normen van de samenleving waarin je leeft en woont)
Externe factoren
Ingrijpende levensgebeurtenissen

Slide 23 - Slide

crisissituaties zoals ziek worden, geweld in de thuissituatie, verlies van de partner of gehandicapt raken, maar het kan ook gaan om positieve gebeurtenissen zoals ‘uit de kast komen’, trouwen of een kind krijgen, een gewenste baan krijgen.
Zelfbepaling

Hoe ouder een kind is, hoe groter zijn vermogen meestal is om richting te geven aan zijn eigen ontwikkeling. Dit noemen we zelfbepaling. 


Slide 24 - Slide

Zelfbepaling hangt samen met de keuzes die je in je leven maakt. Voorbeelden van die keuzes voor volwassenen zijn: wel of niet verder leren voor een bepaald beroep, trouwen, samenwonen of geen van beide, wel of geen kinderen krijgen. Voorbeelden van keuzes waar een oudere voor kan staan, zijn: wel of niet actief naar een andere partner zoeken na het overlijden van de eigen partner, wel of niet eerder stoppen met werken, wel of niet verhuizen naar een aanleunwoning of seniorenhuisvesting.
Zelfbepaling

Bij een oudere kan het vermogen tot zelfbepaling weer afnemen, zeker als iemand last krijgt van dementie.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Joram spreekt Fries. Thuis spraken ze dat gewoonlijk. Dit is een voorbeeld van
A
Intern
B
Extern
C
Zelfbepaling

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Karim kiest voor de opleiding maatschappelijke zorg. Zijn ouders vinden het een meidenopleiding. Toch zet Karim door. Dit is een voorbeeld van
A
intern
B
extern
C
zelfbepaling

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Lesdoelen
Je benoemt 3 interne factoren die invloed hebben op de ontwikkeling

Je benoemt 3 externe factoren die invloed hebben op de ontwikkeling

Je benoemt 2 factoren van zelfbepaling die invloed hebben op de ontwikkeling

Je legt uit welke (min 4) verschillende ontwikkelingsgebieden er zijn

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

This item has no instructions

Huiswerk
Opdracht: Factoren die je ontwikkeling bepalen
1. Interne factoren (aanleg/ genen): Geef 4 voorbeelden  van interne factoren die invloed hebben op je ontwikkeling


2. Externe Factoren (omgevingsfactoren): Geef 5 voorbeelden van omgevingsfactoren/ externe factoren die invloed hebben op je ontwikkeling

3. Zelfbepaling: Geef 3 voorbeelden van zelfbepaling die invloed hebben op je ontwikkeling

Hulpmiddelen: Je mag zoeken in de theorie van Thiememeulenhof en internet



Klaar? mail naar: L.droog@rocmondriaan.nl

Slide 30 - Slide

This item has no instructions