5.4 Voortplanten

1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doelstellingen
Je leert...
  • hoe planten zich voortplanten
  • wat de voor- en nadelen zijn van geslachtelijke voortplanting ten opzichte van ongeslachtelijke voortplanting
  • hoe zaden worden verspreid
  • wat er gebeurt in een plantenleven

Slide 2 - Slide

Waarvoor krijgen planten bloemen?
Bloemen: voor de voortplanting van een plant. Voortplanting: er ontstaan nieuwe planten.

  • Bloembodem: basis
  • Kelkbladeren: beschermen bloem (in knop) tegen kou, uitdroging en beschadiging 
  • Nectarkliertje: nectar is zoete vloeistof
  • Kroonbladeren: insecten lokken

Slide 3 - Slide

De voortplantingsorganen van een plant
  • Stamper: bevat vrouwelijke voortplantingscellen = eitjes

  • Meeldraden: bevat mannelijke voortplantingscellen = stuifmeelkorrels (zaadcellen)

stuifmeelkorrel + eicel = zaadje -> ontkieming = nieuwe plant

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Ongeslachtelijke voortplanting


levert exacte genetische kopieën van de moederplant (kloons). 

Slide 6 - Slide

Geslachtelijke voortplanting


  • zaadcellen en eicellen vormen samen een embryo.
  • alle embryo's zijn genetisch verschillend.



Slide 7 - Slide

Wanneer is welke nuttig?
Geslachtelijke voorplanting is vooral nuttig als de omstandigheden niet ideaal zijn, of als de plant heel snel heel veel nakomelingen wil maken.

Ongeslachtelijke voortplanting is vooral handig voor planten die op een gunstige plek staan en de jonge planten veel meer voedingsstoffen willen meegeven.

Slide 8 - Slide

Om te voorkomen dat een ziekte niet een hele populatie planten kan uitroeien doen ze (onbewust) aan
A
geslachtelijk voortplanting
B
ongeslachtelijke voortplanting

Slide 9 - Quiz

Een bloemkweker die de perfecte roos heeft gekweekt zal deze vermeerderen door:
A
geslachtelijke voortplanting
B
ongeslachtelijke voortplanting

Slide 10 - Quiz

Stap 1 van voortplanting:
Bestuiving: stuifmeel op stamper (bloemen van dezelfde soort)
  • Kruisbestuiving: 2 planten
  • Zelfbestuiving: 1 plant

Slide 11 - Slide

Bestuiving door insecten
Bestuiving door de wind

Slide 12 - Slide

Benoem de verschillen in uiterlijke kenmerken tussen insectenbloemen en windbloemen

Slide 13 - Open question

Hoe ontstaan zaden?

Slide 14 - Slide

Ontwikkeling van de appel

Slide 15 - Slide

Als je naar de vorige dia kijkt, dan is het kroontje van de appel de oude verschrompelde....
A
bloemsteel en kelk- en kroonblaadjes
B
kelk- en kroonblaadjes
C
meeldraden en stamper
D
kelk- en kroonblaadjes, meeldraden en stamper

Slide 16 - Quiz

Hoe worden zaden verspreid?

Slide 17 - Slide

Op welke manier helpen de mieren bij de zaadverspreiding?

Slide 18 - Open question

practicum bloemen
Bekijk een bloem die je zelf geplukt hebt:
hoeveel kelk- en kroonbladeren zie je?
hoeveel meeldraden en stampers? 
0 t/m 10 echt tellen, daarna schrijf je gewoon meer dan 10

maak een foto van de hele bloem (bovenaanzicht) waarop zoveel mogelijk te zien is. Probeer een lengtedoorsnede te maken van je grootste bloem en maak nog een foto. Probeer zoveel mogelijk onderdelen te benoemen.

Slide 19 - Slide

Upload de foto van je bovenaanzicht en noteer het aantal meeldraden en stampers.

Slide 20 - Open question

Maak een foto van de doorsnede (bespreken we later samen)

Slide 21 - Open question

Huiswerk
Lezen: bestudeer blz. 145 t/m 150. Kijk ook goed of je de bronnen/afbeeldingen begrijpt.

Maken: opdrachten 1, 3, 6, 7, 8, 9, 13, 14, 18, 22. Kijk de opdrachten ook na.

Lesson up doorwerken, dus proefje met voorplantingsorganen zelf meegenomen bloem uitvoeren (in de les).



Slide 22 - Slide