Leesvaardigheid_different

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare school

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Ik lees soms voor mijn plezier.
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Wat weten jullie al?

Slide 4 - Slide

Uit welke drie delen is een tekst opgebouwd?

Slide 5 - Open question

Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden waarmee je aangeeft hoe je je voelt.
B
Woorden die het onderwerp van de tekst aangeven.
C
Woorden die een verband tussen zinnen of alinea's aantonen.

Slide 6 - Quiz

Zinsverband
- Kleine kriebelbeestjes komen al eeuwen voor. Zo houdt de kakkerlak het al meer dan teehonderd miljoen jaar vol.

Slide 7 - Slide

Alineaverband
- Geeft een verband tussen alinea's weer.
- Wordt vaak aangegeven met een signaalwoord.

Slide 8 - Slide

Opsomming
- Na een uitspraak of bewering worden worden verschillende dingen achter elkaar opgenoemd.
- Ook, verder, bovendien, nog, daarnaast, niet alleen, maar ook, ten eerste, ten tweede.

Slide 9 - Slide

Tegenstelling
- Na een uitspraak of bewering wordt meteen het tegenovergestelde beweerd.
- Maar, daarentegen, echter, integendeel, enerzijds, anderzijds, daar staat tegenover.

Slide 10 - Slide

Voorbeeld
- Een uitspraak of bewering wordt gevolgd door een of meer voorbeelden.
- Bijvoorbeeld, als voorbeeld, zo.

Slide 11 - Slide

Aan de slag!
Drie groepen maken.

Slide 12 - Slide