2TH kernzin/zins en alineaverbanden/signaalwoorden/

Welkom in deze les!
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom in deze les!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we in deze les doen?
Herhaling kernzin
Uitleg zins- en alineaverbanden 
Uitleg signaalwoorden
Quiz maken
Evaluatie & Afsluiting

Slide 2 - Slide

De kernzin:
  • Bevat de belangrijkste informatie van een alinea
  • Staat meestal aan het begin óf aan het einde van de alinea
  • De rest van de alinea bestaat dan uit toelichting en/of voorbeelden 

Slide 3 - Slide

Uitzonderingen:
  1. Een alinea bevat géén kernzin. Alles is belangrijk. Bijvoorbeeld in een schoolboek.
  2. De kernzin is de tweede zin, de eerste zin is dan een inleidende zin.
  3. De kernzin staat in het midden van de alinea
  4. Er zijn twee kernzinnen. De belangrijke informatie is dan verdeeld over meer zinnen.  

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Een verband tussen een zin of zinnen noem je een:
A
alineaverband
B
rekverband
C
zinsverband

Slide 6 - Quiz

Kleine kriebelbeestjes komen al eeuwen op de aarde voor. Jan heeft altijd al brandweer willen worden.
A
In deze zin mist het zinsverband
B
In deze zin mist het alineaverband

Slide 7 - Quiz

Signaalwoorden:
Uitspraak-opsomming: eerst een uitspraak/ bewering en daarna worden er dingen opgenoemd: ook/verder/bovendien/nog/daarnaast/niet alleen .../maar ook/ten eerste/ten tweede/en
Uitspraak-tegenstelling: Na een uitspraak/bewering wordt meteen het tegengestelde beweerd. Maar/daarentegen/echter/integendeel/enerzijds/anderzijds/daar staat tegenover

Slide 8 - Slide

Uitspraak-voorbeeld:
Een uitspraak of bewering wordt gevolgd door een of meer voorbeelden. Bijvoorbeeld/als/voorbeeld/zoals/zo

Slide 9 - Slide

Evaluatie
Exitticket

Slide 10 - Slide