Uitspraak-opsomming: eerst een uitspraak/ bewering en daarna worden er dingen opgenoemd:
ook/verder/bovendien/nog/daarnaast/niet alleen .../maar ook/ten eerste/ten tweede/enUitspraak-tegenstelling: Na een uitspraak/bewering wordt meteen het tegengestelde beweerd. Maar/daarentegen/echter/integendeel/enerzijds/anderzijds/daar staat tegenover