14.1 Cellen in het zenuwstelsel 5V 2324

introductie
our living world afl 2. begin tot 4min libelle en de kikker
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

introductie
our living world afl 2. begin tot 4min libelle en de kikker

Slide 1 - Slide

14.1 Cellen in het zenuwstelsel
Je leert uit welke cellen het zenuwstelsel is opgebouwd
en hoe een reflex werkt (examen)

Slide 2 - Slide

Inhoud hoofdstuk

14.1 Cellen in het zenuwstelsel
14.2 Het centrale zenuwstelsel
14.3 Impulsgeleiding (hoe gaan signalen door een zenuwcel) (2 lessen)
14.4 Impulsoverdracht tussen neuronen (2 lessen)
14.5 Autonoom zenuwstelsel (onbewuste deel van het zenuwstelsel)

Slide 3 - Slide

Cellen in het zenuwstelsel
Neuronen (10%) – 100.000.000.000
Een neuron, of zenuwcel, is een speciaal soort cel die gespecialiseerd is in het ontvangen, verwerken en doorgeven van informatie
Gliacellen (90%)
Een gliacel is een cel die de neuronen ondersteunt in het uitvoeren van hun taak

Slide 4 - Slide

Neuronen
Cellichaam: kern en 
celorganellen

Slide 5 - Slide

Neuronen
Axon: uitloper die signalen van het cellichaam doorstuurt naar andere neuronen of een spier/ klier

Slide 6 - Slide

Neuronen
Myelineschede: isolerende laag rondom uitlopers (dendrieten of axonen)


Slide 7 - Slide

Neuronen
Synaps: plaats waar neuronen signalen aan elkaar doorgeven



Slide 8 - Slide

Synaps (14.4)

Slide 9 - Slide

Sensorisch neuron

Slide 10 - Slide

Schakelneuron

Slide 11 - Slide

Motorisch neuron

Slide 12 - Slide

Cellen van Schwann
Vormen de myelineschede om de lange uitlopers van neuronen buiten het CZS, dus in het perifere zenuwstelsel.
Rol bij herstellen van neuronen.



Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Zenuwen:
bundels uitlopers van zenuwcellen


Motorische Zenuw
Sensorische Zenuw
Gemengde Zenuw

Slide 15 - Slide

Anatomie van een zenuw(cel)
Zenuwcel Ook wel neuron genoemd
Neuron =/= Zenuw

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

opdrachten maken
Beantwoord de vragen op de volgende slides.

Slide 18 - Slide

Bij de behandeling van een handwond verdooft een arts de patiënt plaatselijk door een injectie met lidocaïne. Dat schakelt alle sensorische neuronen op die plaats uit. A
Licht toe of de patiënt tijdens deze behandeling zijn hand in een reflex kan terugtrekken.

Slide 19 - Open question

Je krijgt een heet bekertje met soep, dat je niet laat vallen. Trek een conclusie over het vermogen om reflexen tegen te kunnen houden. Licht toe of dit voor alle reflexen geldt.

Slide 20 - Open question

Sensorische zenuwcel
Motorische zenuwcel
Schakelcel
Deze liggen vooral in het centraal zenuwstelsel
Deze wordt als eerste geactiveerd als je op een legoblokje staat

Slide 21 - Drag question

Bij de ziekte MS wordt de myelineschede afgebroken waardoor de impulsoverdracht niet meer goed verloopt. Welke symptomen verwacht je bij deze mensen als hun sensorische neuronen worden aangetast? en als hun motorische neuronen worden aangetast?

Slide 22 - Open question

Bij de ziekte van Parkinson gaat er iets mis met de neurotransmitter dopamine. Hierdoor is er geen goede signaaloverdracht meer in de synaps. Bewegen gaat bij deze mensen niet goed en ze bewegen stijf. Welke zenuwcellen worden niet meer goed aangestuurd? En is er teveel of te weinig dopamine in de synaps?
A
Motorische zenuwen, te weinig dopamine
B
Motorische zenuwen, te veel dopamine
C
Sensorische zenuwen, te weinig dopamine
D
Sensorische zenuwen, te veel dopamine

Slide 23 - Quiz

Een tandarts geeft een verdoving zodat je het boren niet zult voelen. De motorische neuronen die je kaakspieren aansturen, zijn niet verdoofd. Waaruit kun je afleiden dat deze zenuw niet verdoofd is?

Slide 24 - Open question