voorbereiden repetitie H3
17 januari
pen
schrift
lesboek blz. 76
laptop (dicht)
leesboek lezen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
This lesson contains 12 slides, with text slides.
Items in this lesson
17 januari
pen
schrift
lesboek blz. 76
laptop (dicht)
leesboek lezen
Slide 1 - Slide
Huiswerk
20 januari: inleveren Glossy + trainen H3 (alles)
24 januari: Oefentoets H3 + leren Woordenlijst H3
27 Januari:
repetitie H3:
Lezen, Woordenschat, Grammatica, Formuleren, Spelling + woordenlijst H3
Slide 2 - Slide
paragrafen leren:
Lezen: inleiding, slot en hoofdgedachte
Woordenschat: zoek een voorbeeld
Grammatica zinsdelen: werkwoordelijk gezegde
Grammatica woordsoorten: zelfst. ww. + hulp. ww.
Formuleren: verbanden + signaal woorden
Spelling: meervouden -ën
Spelling: verledentijd
Slide 3 - Slide
de hoofdgedachte blz. 76
Eén volledige zin die samenvat waar de tekst overgaat.
(dus een verdere uitleg van het onderwerp van de tekst)
- Het is een volledige zin
- Deze zin staat meestal in de inleiding, soms in het slot.
Slide 4 - Slide
voorbeeld
onderwerp:
de zeehond
hoofdgedachte:
We zien de laatste jaren steeds meer zeehonden in de Noordzee.
Slide 5 - Slide
Woordenschat blz. 88
Ik kan de betekenis van een woord raden door naar voorbeelden in de tekst te zoeken.
Zij kocht een theeservies, thuis zette ze de theepot, kopjes, suikerpot en het melkkannetje op de salontafel.
Slide 6 - Slide
werkwoordelijk gezegde blz. 92
1. Alle werkwoorden in een zin.
Zij wil een broek gaan kopen.
De leraar kijkt het huiswerk na.
2. werkwoorden waar te of aan het voor staat.
Hij zit een brief te schrijven.
Hij is een brief aan het schrijven.
Slide 7 - Slide
zelfstandig werkwoord blz. 94
- het belangrijkste ww in de zin
- het geeft de zin betekenis.
- het staat meestal achteraan in de zin.
Als er maar 1 ww in een zin is, is dat het zww.
Bij die bakker koopt hij gebakjes.
Bij die bakker zou je gebakjes kunnen kopen.
Slide 8 - Slide
verbanden + signaalwoorden blz. 96
tegenstelling maar, echter
oorzaak/gevolg doordat, daardoor
tijd eerst, daarna
reden daarom, omdat
...
..
Slide 9 - Slide
meervoud op "n of ën blz. 98
-ee
zee zeeën
fee feeën
-ie
kopie kopieën
bacterie bacteriën
Slide 10 - Slide
sterke werkwoorden, verleden tijd blz. 100
sterke ww. > klankverandering
vinden vond gevonden
zwakke ww. > stam + te(n) / de(n)
maken maakten gemaakt
Slide 11 - Slide
Aan de slag
Maak alle opdrachten van:
Trainen H3
