P4 les 8

Lezen is het bewijs dat je op twee plekken tegelijk kunt zijn (Loesje)

timer

15:00

1 / 12

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Lesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lezen is het bewijs dat je op twee plekken tegelijk kunt zijn (Loesje)

timer

15:00

Slide 1 - Slide

Over de -Huh?- momenten...

Slide 2 - Slide

P3 Fictie

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Slide

Deze begrippen ken je nu:

fictie/ non-fictie

leessmaak

realistisch/ non-realistisch

waargebeurd

figuurlijk taalgebruik

hoofdpersoon

bijpersoon

genre/verhaalsoort

personage

leeservaring

argumenten

beoordelingswoorden

spanningsvragen

spanning

open plek

cliffhanger

uitstel

plottwist

ruimte

sfeer

thema

moraal

flashback/flashforward

tijd/vertelde tijd

Slide 4 - Slide

P3 Fictie

Vandaag leer je over vertelperspectief;

ik-perspectief

hij/zij-perspectief

alwetende verteller

wisselend perspectief

Slide 5 - Slide

P3 Fictie

Vertelperspectief is vanuit wie het verhaal verteld wordt.

Hoe kijk je mee?

Er zijn 4 soorten perspectief:

1 ik

2 hij/zij

3 alwetend.

4 wisselend

Slide 6 - Slide

P3 Fictie

Bij perspectief moet je bedenken hoe je meekijkt.

Beleef je alles alsof je het zelf bent? Zit je als het ware in iemands hoofd? Dan heb je ik-perspectief. Jij ziet, hoort en voelt wat de hoofdpersoon doet. Het verhaal wordt ook verteld in zinnen als: "Ik ga.... en ik denk..."

Bij een hij/zij-perspectief zit je als het ware op iemands schouder. Je leest het verhaal in de hij/zij-vorm. "Hij voelt zich.... hij bedoelt..."

Je hebt meer afstand dan bij het ik-perspectief.

Slide 7 - Slide

P3 Fictie

Dan heb je nog de alwetende verteller. Vaak bij prentenboeken. De alwetende verteller weet hoe alle personages zich voelen, wat er gaat gebeuren, alles. Zie het als een soort god, iemand die commentaar geeft bij het verhaal.

Soms heb je een wisselend perspectief, dan kan het zijn dat er van meerdere hoofdpersonen in het ik-perspectief wordt verteld, of juist in het hij/zij-perspectief. De personen komen wisselend aan de beurt in het boek, daarom heet het zo.

Slide 8 - Slide

P3 Fictie

Slide 9 - Slide

P3 Fictie

Lees de korte verhalen en schrijf erbij welk perspectief het is.

Wat zijn de verschillen?

Slide 10 - Slide

We gaan oefenen met de begrippen die je geleerd hebt.

Maak een kort verhaaltje over hoe jouw week was. Gebruik in je verhaal een flashback en een flashforward. De vertelde tijd moet zeven dagen zijn, je mag het als een soort dagboek opschrijven. De tijd waarin jouw verhaal zich afspeelt verander je naar de middeleeuwen of de toekomst. Zorg dat je in je verhaal dingen aanpast zodat ik kan zien voor welke tijd je gekozen hebt. Mail je opdracht naar mij.

Je krijgt er een formatieve o-v-g voor in Som.

Nu mag je zelf aan het werk!

timer

1:00