Voorgoedweg toetsvoorbereiding

Voorgoedweg toetsvoorbereiding
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Voorgoedweg toetsvoorbereiding

Slide 1 - Slide

Beginopdracht
                                        Lees uit je leesboek in stilte.
timer
15:00

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • heb je een volledige samenvatting van het verhaal.
  • weet je welke fictiebegrippen je op de toets moet koppelen aan het verhaal.
  • kan je benoemen welk perspectief er voorkomt in het verhaal.

Slide 3 - Slide

Vandaag

  • Verhaal samenvatten
  • Fictiebegrippen 
  • Fictiebegrippen vs. verhaal

Slide 4 - Slide

Samenvatten 
  • Het verhaal heeft 23 delen. --> Jullie krijgen allemaal een nummer van 1 t/m 23.
  • Dit deel van het verhaal ga jij samenvatten. 
  • Dit stuur je naar mij, ik zet het in een gezamenlijk bestand.

Slide 5 - Slide

Wat is belangrijk?
  1. Zorg dat je je deel goed gelezen hebt.
  2.  Schrijf de belangrijkste dingen op (geen onbelangrijke details).
  3. Zorg ervoor dat je volledige, goed lopende zinnen gebruikt.
  4. Controleer je samenvatting op inhoud, spelling en formulering.

Klaar? --> Steek je hand op, je krijgt van mij een blad met vragen over het verhaal. Probeer dit te maken.
timer
20:00

Slide 6 - Slide

Fictiebegrippen
Welke begrippen ken je al? Neem ze over in je schrift.

Slide 7 - Slide

Fictiebegrippen

  • Spanningsopbouw
  • Onverwachte wending
  • Open plekken
  • Uitstel van ontknoping
  • Informatievoorsprong
  • Cliffhanger
  • Chronologisch verhaal
  • Niet-chronologisch verhaal
  • Beoordelingswoorden







kstNiet-chronologisch verhaal
Beoordelingswoorden
Spannend
Leerzaam
Ongeloofwaardig
  • Fictie
  • Fictie-realistisch
  • Fictie niet-realistisch
  • Vertelperspectief
  • Ik-vertelperspectief
  • Personaal perspectief
  • Alwetende verteller
  • Wisselend perspectief
  • Hoofdpersoon
  • Bijpersonen

Slide 8 - Slide

Fictiebegrippen
Welke begrippen ken je NOG niet? Neem ze over in je schrift.

Slide 9 - Slide

Fictiebegrippen

  • Spanningsopbouw
  • Onverwachte wending
  • Open plekken
  • Uitstel van ontknoping
  • Informatievoorsprong
  • Cliffhanger
  • Chronologisch verhaal
  • Niet-chronologisch verhaal
  • Beoordelingswoorden







kstNiet-chronologisch verhaal
Beoordelingswoorden
Spannend
Leerzaam
Ongeloofwaardig
  • Fictie
  • Fictie-realistisch
  • Fictie niet-realistisch
  • Vertelperspectief
  • Ik-vertelperspectief
  • Personaal perspectief
  • Alwetende verteller
  • Wisselend perspectief
  • Hoofdpersoon
  • Bijpersonen

Slide 10 - Slide

Fictiebegrippen
  1. Noteer nu de beschrijving achter de begrippen die je al kent.
  2. Probeer de begrippen te linken aan het verhaal.

Bijvoorbeeld: In welk vertelperspectief staat dit verhaal? Leg uit.
timer
15:00

Slide 11 - Slide

Vertelperspectief
Het oogpunt van waaruit het verhaal wordt verteld. 
  • Ik-vertelperspectief: 
  • Personaal perspectief: 
  • Alwetende verteller: 
  •  Wisselend perspectief: 

Slide 12 - Slide

Vertelperspectief
Het oogpunt van waaruit het verhaal wordt verteld. 
  • Ik-vertelperspectief: Het verhaal wordt verteld door een ik-figuur (de hoofdpersoon).
  • Personaal perspectief: Het verhaal wordt verteld vanuit de derde persoon (hij/zij), maar de lezer heeft alleen inzicht in de gedachten en gevoelens van één personage.
  • Alwetende verteller: De verteller weet alles over alle personages en gebeurtenissen, ook dingen die de personages zelf niet weten.
  •  Wisselend perspectief: Het perspectief wisselt tussen verschillende personages.

Slide 13 - Slide

Check:

Noteer een zin die duidelijk laat zien dat een verhaal is geschreven in het personaal-perspectief.

Slide 14 - Slide