Fictie Les 4 mavo 4

Fictie Les 4 mavo 4
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Fictie Les 4 mavo 4

Slide 1 - Slide

Tijdsperspectief
Chronologische volgorde
Het wordt met de gebeurtenissen mee verteld.

Niet-chronologische volgorde
Gebeurtenissen worden niet op de juiste volgorde verteld of de verteller springt heen en weer tussen heden en verleden.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Personages
Over een hoofdpersoon kom je te weten:
- wat hij denkt en voelt;
- wat zijn karaktereigenschappen zijn;
- hoe hij eruitziet;
- waar, hoe en met wie hij woont.

Slide 4 - Slide

Hoofdpersoon
  • Meer karaktereigenschappen waardoor ze niet telkens op dezelfde manier reageren.
  • Vaak veranderen ze door de gebeurtenissen, ze maken een karakterontwikkeling door.
  • Round character

Slide 5 - Slide

Bijpersonen
  • Veel minder informatie
  • Meestal geen gedachten en gevoelens
  • Veranderen niet en reageren vaak voorspelbaar
  • Flat characters

Slide 6 - Slide

Eind 
Gesloten einde
Het verhaalprobleem is opgelost. 

Open einde
Sommige zaken zijn nog niet opgelost. Als lezer moet je zelf invullen hoe het verhaal verder zal gaan en wat er met de personages gaat gebeuren.

Slide 7 - Slide

Wat hoort niet bij een round character?
A
Karakterontwikkeling
B
Je leest wat hij denkt en voelt.
C
Bijpersoon
D
Waar, hoe en met wie hij woont

Slide 8 - Quiz

Vertelperspectief
Een schrijver kiest een perspectief van waaruit hij het verhaal vertelt. Hij bepaalt vanuit welk personage hij de gebeurtenissen laat zien.
Dit noemen we het vertelperspectief.

Slide 9 - Slide

Vertelperspectieven
  • Ik-vertelperspectief = je zit in het hoofd van de hoofdpersoon (ik-vorm)
  • Hij/zij-vertelperspectief =  je zit in het hoofd van de hoofdpersoon (hij/zij-vorm)
  • Alwetende verteller = een verteller, die geen rol heeft in het verhaal, vertelt het verhaal (hij weet alles)

Slide 10 - Slide

Vertelperspectieven
  • Wisselend perspectief
Soms is er sprake van een wisselend vertelperspectief. Hij wisselt tussen wie het verhaal vertelt (verschillende verhaallijnen) en dus vanuit welk perspectief het wordt verteld.

Slide 11 - Slide