PW H10 BASIS

Hieronder staat een lijst met krachten.
 Ernaast staat een lijst met apparaten.  Wat hoort bij elkaar?  

Fiets
Katapult
Knijprem
Zeilboot
Parachute
Spierkracht
Veerkracht
Windkracht
Wrijvingskracht
Zwaartekracht
1 / 23
next
Slide 1: Drag question
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hieronder staat een lijst met krachten.
 Ernaast staat een lijst met apparaten.  Wat hoort bij elkaar?  

Fiets
Katapult
Knijprem
Zeilboot
Parachute
Spierkracht
Veerkracht
Windkracht
Wrijvingskracht
Zwaartekracht

Slide 1 - Drag question

welke krachten zorgen er voor dat je VOORUIT gaat als je fietst?
A
luchtweerstand
B
spierkracht
C
rolweerstand
D
aandrijfkracht

Slide 2 - Quiz

welke krachten geven WEERSTAND als je fietst?
A
rolweerstand
B
zwaartekracht
C
luchtweerstand
D
spierkracht

Slide 3 - Quiz

Oranje pijl
Groene pijl
Witte pijl
Stopafstand
Reactieafstand
Remweg

Slide 4 - Drag question

Je rent de 60 meter sprint in 8 seconden.
Wat is dan je gemiddelde snelheid?
LET OP: VUL ALLEEN GETAL IN ZONDER EENHEID, GEEN PUNT MAAR KOMMA INDIEN NODIG.

Slide 5 - Open question

Een vliegtuig vliegt 600 km per uur.
Hoeveel kilometer heeft het vliegtuig afgelegd in 4 uur tijd?


Slide 6 - Open question

Normaal
Hoek van terugkaatsing
Hoek van inval

Slide 7 - Drag question

Een auto doet precies 8 seconden over 100 meter. Bereken de gemiddelde snelheid in m/s


Slide 8 - Open question

Emmie gaat met het vliegtuig naar New York.
De reis duurt 8 uur. De afstand is 7200 km.
Bereken de gemiddelde snelheid.
Laat met een som zien hoe je aan het antwoord komt!

Slide 9 - Open question

10 meter per seconde is...?
A
3,6 km/h
B
36 km/h
C
360 km/h
D
3600 km/h

Slide 10 - Quiz

Hoeveel km/h is 5 m/s?


Slide 11 - Open question

In welk antwoord staan alleen maar grootheden vermeld?
A
afstand, tijd , meter
B
afstand, tijd , gemiddelde snelheid
C
gemiddelde snelheid, tijd en kilometer per uur
D
gemiddelde snelheid, seconden en kilometer

Slide 12 - Quiz

Als ik snelheid uitreken meet ik de afstand altijd in...?
A
meter of centimeter
B
dat maakt niks uit
C
kilometer of meter
D
kilometer of hectometer

Slide 13 - Quiz

Als ik snelheid uitreken meet ik de tijd altijd in...?
A
seconden of uren
B
uren, minuten of seconden
C
alleen in uren
D
alleen in seconden

Slide 14 - Quiz

Wat is de remweg?
A
de lengte van de remsporen
B
een weg waarop je goed kunt remmen
C
de afstand die tijdens het remmen wordt afgelegd
D
De tijd die je nodig hebt alvorens je gaat remmen

Slide 15 - Quiz

Waarom is bumperkleven verboden?

De boete ligt tussen de 280 en 600 euro!!!
A
een bumperklever kan niet snel genoeg reageren
B
een bumperklever profiteert van de brandstof
C
door bumperkleven ontstaat vaak ruzie
D
de politie heeft niet genoeg wisselgeld bij zich

Slide 16 - Quiz

De reactietijd wordt groter als je sneller rijdt.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Jonge mensen reageren over het algemeen sneller dan ouderen.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Als het regent is de remweg langer.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Ouderen mogen minder alcohol drinken als zij gaan deelnemen aan het verkeer dan jongeren.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

De reactie-afstand wordt groter als je sneller rijdt.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Wat is het doel van een kreukelzone in een auto?
A
door de kreukelzone blijft de auto langer heel
B
door de kreukelzone duurt de botsing langer
C
door de kreukelzone krijg je minder snel ongelukken
D
door de kreukelzone zie je sneller dat de auto stuk is

Slide 22 - Quiz

Waarom zit er GEEN kreukelzone op de plaats van de inzittenden?
A
omdat dat goedkoper is
B
omdat dat beter uitziet na een botsing
C
omdat daar ook al airbags zitten
D
omdat de plaats van de inzittenden juist NIET mag vervormen

Slide 23 - Quiz