4.5: De Franse Revolutie DEEL 1

Wie hoort bij welke stand?
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
Rijke koopman
Bisschop
Boer
Graaf
Baron
Priester
1 / 23
next
Slide 1: Drag question
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wie hoort bij welke stand?
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
Rijke koopman
Bisschop
Boer
Graaf
Baron
Priester

Slide 1 - Drag question

Tijdlijn

Slide 2 - Slide

De Franse Revolutie
jaartallen en politieke veranderingen
  • Franse Revolutie

Slide 3 - Slide

De Franse Revolutie 
  • Franse Revolutie
- Met welke gebeurtenis begon de Franse Revolutie? 
- Wanneer was dit? 

Slide 4 - Slide

Aan de slag: schrijf de gebeurtenissen uit p.92 - 97  in volgorde van tijd op je blad.  Leg uit wat er gebeurde.    Begin in 1788 
belangrijk: iedereen eigen werkblad                       max 2 lln werken samen
                     stoor niet

Slide 5 - Slide

Wat was de aanleiding voor de bijeenkomst van de Staten-Generaal?
A
De slechte economische situatie en de roep om belastinghervormingen.
B
Een succesvolle oogst
C
Een opstand van de adel
D
Een dreigende oorlog

Slide 6 - Quiz

Wie behoorde niet tot de belastingvrije groep in het ancien regime?
A
Edelen
B
Kooplieden
C
Geestelijken
D
Grote landeigenaren

Slide 7 - Quiz

Waarom had de Derde Stand weinig invloed in de Staten-Generaal?

Slide 8 - Open question

4.5. De Franse Revolutie
De Derde Stand richt de Nationale Vergadering op. De koning wil deze buitenspel zetten, waarna met de bestorming van de Bastille de Franse Revolutie begint. Er wordt een nieuwe grondwet opgesteld en de Verklaring voor de Rechten van de Mens. De monarchie wordt afgeschaft en Frankrijk wordt een constitutionele monarchie. De radicalen grijpen de macht en er breekt een periode van Terreur af. Deze eindigt met de executie van de leider van de Jakobijnen. 

Slide 9 - Slide

Leerdoelen 4.5
5A: Je kunt uitleggen hoe de Franse Revolutie begon aan de hand van de Eed op de Kaatsbaan en de Bestorming van de Bastille. 
5B: Je kunt verklaren waarom er met de nieuwe grondwet en de Verklaring voor de Rechten van de Mens een einde komt aan het Ancién Regime en het absolutisme in Frankrijk.
5C: Je kunt uitleggen wat het verschillen zijn tussen de gematigden, de radicalen en de Jakobijnen in de politiek tijdens de Franse Revolutie. 
5D: Je kunt uitleggen wat de oorzaken en de gevolgen zijn van de machtsovername van de Jakobijnen onder leiding van Robespierre. 
5E: Je kunt uitleggen hoe de hervormingen in het leger zorgde voor de verspreiding van de ideeën van de Revolutie door Europa. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Eed op de Kaatsbaan (5A)
  • Vergadering Staten-Generaal teleurstelling voor de derde stand
  • Per stand vergaderen en stemmen, scheve verhoudingen
  • Derde stand roept zichzelf uit tot Nationale Vergadering, edelen en geestelijken sluiten zich aan
  • Vergaderen in sporthal met een eed: Pas weggaan bij grondwet!

Slide 12 - Slide

Bestorming Bastille (5A)
  • Koning kon dit niet negeren, geeft opdracht aan andere standen zich aan te sluiten
  • Hij laat Parijs omsingelen om de macht terug te grijpen!
  • Hongerige Parijzenaren woedend!
  • Bestormen Bastille, gevangenis en symbool absolute vorsten
  • Aanzet opstand (arme) boeren

Slide 13 - Slide

Einde Ancién Regime (5B)
  • Nationale Vergadering: afschaffen voorrechten adel en geestelijken, Verklaring Rechten van de Mens
  • Afschaffing standen, iedereen voor de wet gelijk, volk maakt de wetten (via Nationale Verg.)
  • Koning gedwongen te tekenen, moet in Parijs gaan wonen!

Slide 14 - Slide

Nieuwe grondwet (5B)
  • Koning wil niet akkoord gaan met nieuwe grondwet (1791), besluit te vluchten maar dat mislukt!
  • Gedwongen tekenen grondwet
  • Constitutionele monarchie, koning had enkel nog vetorecht
  • Hoge voorwaarden om te stemmen; 15% mocht stemmen, vrouwen helemaal niet!

Slide 15 - Slide

Tweestrijd (5C)
  • Rijke burgers: gematigden, tevreden met veranderingen, macht en invloed gekregen
  • Armere burgers: radicalen, voorstander van republiek
  • Dreiging van gevluchte edelen en slechte staat van het leger zorgen voor steeds grotere kritiek!

Slide 16 - Slide

Jakobijnen (5C)
  • Fanatiekste radicalen: Jakobijnen onder leiding van Robespierre
  • "Mensen die geen voorstander zijn van Revolutie zijn vijanden"
  • Afrekenen met de kerk
  • Revolutionaire ideeën op scholen onderwijzen en verspreiden
  • Gelijkheid en sociale rechtvaardigheid belangrijk!

Slide 17 - Slide

Waarom was er vanuit de revolutionairen angst voor een tegen revolutie?

Slide 18 - Open question

Aan de slag!
  • Opdrachten paragraaf 4.5
  • Werkboek of laptop

Slide 19 - Slide

Welke stand riep zichzelf uit tot Nationale Vergadering tijdens de Franse Revolutie?
A
Derde Stand
B
Eerste Stand
C
Tweede Stand
D
Vierde Stand

Slide 20 - Quiz

Welke politieke groep tijdens de Franse Revolutie was voorstander van een Republiek?
A
Royalisten
B
Montagnards
C
Girondijnen
D
Jakobijnen

Slide 21 - Quiz

Wat is een kenmerk van een constitutionele monarchie?
A
De koning of koningin wordt gekozen door het volk.
B
De koning of koningin moet zich aan de grondwet houden.
C
De koning of koningin heeft absolute macht.
D
De koning of koningin heeft uitvoerende macht.

Slide 22 - Quiz

De Franse Revolutie


1. Een oneerlijke verdeling
Franse Revolutie - waarden:
Vrijheid
Gelijkheid
Broederschap

Slide 23 - Slide