1hv Woordenschat H1 les 2: Oefenen woordenschat

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

1hv Woordenschat H1 les 2: Oefenen woordenschat

Welkom 1hvf,

We maken er een goede les van.

Stap 1: Telefoons in de telefoontas.

Stap 2: Pak je schrift, boek, laptop en leesboek.

Stap 3: Log in bij lessonup.app met je eigen naam.

Stap 4: Wat is de betekenis van de samenstelling: schokdemper?

Wat ga je doen?

Leerdoel: Ik kan de betekenis van onbekende woorden raden van de woordenlijst.

Hoe bereik je dit doel?

• Lezen (What the H@ck)
• Check huiswerk
• Oefenen theorie + woordenschat
• Hoe leer je woordjes van de woordenlijst?
• Hoe werk je online met Talent?
• Huiswerk: Online werken: Opdr. 2, 6, 7, 8, 10 en 11

Lezen in boek What the H@ck

Je leest in het boek What the h@ck! 

Nakijken huiswerk opdr. 15

15a: wonderkind, meesterwerk, eredivisiespeler, oefenuren

15b: kind, werk, speler, uren

15c een wonderkind – een kind dat wonderlijk goed is

een meesterwerk – een werk dat meesterlijk is, dat van een meester komt

een eredivisiespeler – een speler die in de eredivisie sport of voetbalt

oefenuren – uren waarin je oefent

15d

• Een rolmodel is een persoon die een voorbeeld is voor anderen, hier ligt een wc-rol als een voorbeeld van een rolmodel.
• Een dakpan ligt op het dak van een huis, hier ligt er een pan als een dak op een huisje.
• Een aangebouwde zijvleugel is over het algemeen een aanbouw bij een huis (voor extra woonruimte), hier is er een vogelvleugel aan een huisje gebouwd.
• De Keukenhof is een beroemd bloemenpark in de buurt van Lisse, hier zie je een tafereeltje van een speelgoedkeukentje met bloemen erin.
• Een muziekstuk is een werk dat door een componist geschreven is, hier is het een afgescheurd vel bladmuziek.
• Een wijsneus is een eigenwijs iemand, hier is het een neus die als een wegwijzer naar het strand wijst..

Een springtouw is een touw waarmee je touwtje springt, hier is het een rol touw met een kikker erin.

15d

• Een zitvlak is het zitgedeelte van een stoel of verwijst naar je billen, hier is het een gum (vlakgom) die op een bankje zit.
• Een springtouw is een touw waarmee je touwtje springt, hier is het een rol touw met een kikker erin.
• Een zonnebril zet je op om je ogen te beschermen tegen de zon, hier zitten er in plaats van donkere glazen papieren parasolletjes in.

Opdr. 16

16a: fuchsia – roze; scharlaken – rood

16b: het gaat om de kleur

16c: Ja, meer hoef je nu ook niet te weten.

16d: Je kunt kijken of je gewoon door kunt lezen als je alleen het laatste deel van de samenstelling kent. Vaak weet je dan al voldoende over de betekenis van het woord.

Context: Tekstgedeelte rondom een woord.

Wat is de betekenis van het woord: de discipline?

1. De concentratie
2. De kracht om vol te houden wat er gedaan moet worden, ook al heb je geen zin.
3. leren door vaak te doen
4. hoge eisen stellen, kritisch zijn.

Wat is de betekenis van het woord: alom in de zin: 'Bij de show van Jochem Myjer is er hilariteit alom.'?

1. overal
2. leren door vaak te doen
3. aantonen, bewijzen
4. de macht, kracht

Wat is de betekenis van de uitdrukking erop nahouden in deze zin: ' Is dat het soort humor dat geheim agenten erop nahouden?'

1. nadoen
2. vereren, bewonderen, opkijken naar
3. bezitten, hebben
4. hoge eisen stellen, kritisch zijn

Hoe leer je voor woordjes Nederlands?

Stap 1: Kies je leerstrategie (opschrijven en afdekken, flitskaartjes, Woordentrainer)

Stap 2: Hak de woorden op in blokjes van een x aantal woorden.

Stap 3: Leer de woordjes en pak er elke dag een stukje bij.

Stap 4: De dag van tevoren herhaal je alles in een keer.

Hoe werk je online met Talent

Stap 1: Ga naar SOM, Leermiddelen.

Stap 2: Klik op Talent Max

Stap 3: Vul de klassencode in als je dat nog niet hebt gedaan: 

Stap 4: Klik links op lessen, hoofdstuk X en zoek de juiste paragraaf.

Stap 5: Klik op Start en kies dan de opdrachten die je moet doen.

Succes!

Aan de slag

Wat: 

Leren: Woordenlijst H1 op blz. 35 + theorie blz. 41

Maken online: Opdr. 2, 6, 7, 8, 10 en 11

Hoe werk je: Je werkt fluisterend met elkaar.

Hulp: Ik loop rond. Heb je een vraag, steek je vinger op.

Tijd: Tot het einde van de les werk je hieraan.

Klaar: Leren woordenlijst

Volgende les: Werken met de flitskaarten + uitleg H2