What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H1 1.5 Woordenlijst
H1 1.5 Woordenlijst
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H1 1.5 Woordenlijst
Slide 1 - Slide
Wat betekent...
alom?
A
Dat je er al omheen bent
B
Overal
C
Op veel plekken
D
Tegenwoordig
Slide 2 - Quiz
Wat betekent...
erop nahouden?
A
Bezitten
B
Iets willen hebben
C
Een vervelende karaktereigenschap hebben
D
Hebben
Slide 3 - Quiz
Wat betekent...
de focus?
A
Scherpstelling van een fototoestel
B
De concentratie
C
Hocus pocus
D
Antwoord C is echt flauw
Slide 4 - Quiz
Wat betekent...
uiterst?
A
Heel erg
B
Lichaamsdeel van koeien
C
Snel de bordjes "Uit" volgen
Slide 5 - Quiz
Wat betekent...
op een voetstuk plaatsen?
A
Je zet iets op een stevige ondergrond
B
Vereren
C
Bewonderen
D
Opkijken naar
Slide 6 - Quiz
Wat betekent...
aangeboren?
A
Iets raken terwijl je boort met een boormachine
B
Meegekregen met je geboorte
C
Oren van de aangeb
D
C is echt de domste woordgrap ooit
Slide 7 - Quiz
Wat betekent...
het schoppen tot?
A
Iets bereiken of worden
B
In een kaartspel een schoppenkaart spelen
C
Iets willen of najagen
Slide 8 - Quiz
Wat betekent...
de discipline?
A
Medicijn tegen hoofdpijn
B
De kracht om vol te houden wat er gedaan moet worden ook al heb je geen zin
C
Volgen van Jezus
D
Het vakgebied, de richting
Slide 9 - Quiz
Wat betekent...
iemand druk opleggen?
A
Ervoor zorgen dat iemand het druk krijgt
B
Iets op iemand leggen terwijl je druk bent
C
Iemand zo ver krijgen dat hij iets doet
D
In een drukkerij iemand een opdracht geven
Slide 10 - Quiz
Wat betekent...
roemen?
A
Beroemd worden
B
Gereedschap waarmee je kunt roeien
C
Prijzen (in de betekenis van complimenten geven)
D
Goede kwaliteiten noemen van iets of iemand
Slide 11 - Quiz
Wat betekent...
de aanleg?
A
De bouw
B
Aangeboren bekwaamheid of geschiktheid
C
Leggen van stenen
D
Iets ergens aan leggen (bijvoorbeeld een boot aan de kade leggen)
Slide 12 - Quiz
Wat betekent...
het vermogen?
A
De macht
B
De kracht
C
Het geld
D
Dat je iets mag of kunt doen
Slide 13 - Quiz
Wat is de betekenis van "aanleren"?
A
Leren door het vaak te doen
B
Soort leer voor schoenen
C
Het eren van aanl
D
C is echt een slechte grap...
Slide 14 - Quiz
Wat betekent...
creatief?
A
Handig zijn
B
Makkelijk iets nieuws kunnen bedenken of maken
C
Altijd weten wat je moet doen
D
Dat je altijd tekent of knutselt
Slide 15 - Quiz
More lessons like this
Woordenschat H1.5 herhaling + H2.5
October 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
leesvaardigheid herhalen 2.3 B1E
February 2021
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
1hv Woordenschat H1 les 2: Oefenen woordenschat
September 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
woorden 1.3 les 1 samenstellingen
February 2021
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Talent 1.5 Woorden - introductie plus uitleg
September 2021
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
1.5 Omgaan met elkaar
May 2023
- Lesson with
11 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
2M2: H1-1.5a
August 2021
- Lesson with
11 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Nederlands 1TL - Woordenschat H2
September 2021
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1