PWS les 4 - van onderwerp naar hoofdvraag

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Profielwerkstuk les 4

Van onderwerp naar hoofdvraag

Begin van de les. 

Deze les

• Hoofdvragen formuleren

Lesdoel

• Aan het einde van deze les kan ik een aantal mogelijke hoofdvragen voor mijn profielwerkstuk opnoemen. 

Van onderwerp naar hoofdvraag

• Onderwerp                te breed
• Hoofdvraag               centrale vraag
• Deelvragen                hoofdvraag

Waar moet je op letten?

• Niet te algemeen
• Niet te specifiek

Voorbeelden

Te breed:

• Wat zijn de gevolgen van het coronavirus?

Te specifiek:

• Hoeveel mensen in Den Helder  leven van een bijstandsuitkering? 

Welke horecagelegenheden zijn verhuisd naar Willemsoord?

1. Dit is een goede hoofdvraag.
2. Dit is geen goede hoofdvraag, want de vraag is te breed.
3. Dit is geen goede hoofdvraag, want de vraag is te specifiek.

Hoofdvraag

• Welke gevolgen heeft de verplaatsing  van het uitgaansgebied naar Willemsoord voor de inwoners van Den Helder?  

Hoe kunnen we Den Helder duurzamer maken?

1. Dit is een goede hoofdvraag.
2. Dit is geen goede hoofdvraag, want de vraag is te breed.
3. Dit is geen goede hoofdvraag, want de vraag is te specifiek.

Hoofdvraag

• Op welke manier brengt De Helderse Vallei duurzaamheid onder de aandacht bij jongeren?

Mindmap

• Schrijf in het midden van het blad jouw/jullie onderwerp.
• Probeer het onderwerp zoveel mogelijk op te delen in deelonderwerpen. 
• Denk aan doelgroep, periode, plaats, etc. 

Voorbeeld mindmap

• Schrijf in het midden van het blad jouw/jullie onderwerp.
• Probeer het onderwerp zoveel mogelijk op te delen in deelonderwerpen. 
• Denk aan doelgroep, periode, plaats, etc. 

Soorten hoofdvragen

• beschrijvend
• vergelijkend
• verklarend
• voorspellend
• probleemoplossend

Voorbeelden van het begin

• Hoe komt het dat ...?
  
• Wat is het gevolg van ...?
• Welk effect heeft ...?
• Wat zijn de verschillen tussen ...?
• Welke overeenkomsten zijn er tussen ...?
• Hoe kan  ... verklaard worden?
• Op welke manier ...?
• Wat gebeurt er als ...? 
• Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ...? 

Brainstormen

• Noteer 3 verschillende vraagwoorden op 3 verschillende post-its.
• Probeer bij elk vraagwoord een of meerdere vragen te bedenken, gericht op jouw/jullie onderwerp. 
• Plak de post-its op het bord (vergeet je naam er niet op te zetten!).
• Voorbeelden vraagwoorden: Wat...? Hoe...? Welk(e)...? Op welke manier...? In hoeverre...? Waarom...?  Waar...? Wanneer...? 

Volgende les

• Gezamenlijk controleren hoofdvragen
• Zorg er dus voor dat je een of meerdere uitgewerkte hoofdvragen hebt bedacht en opgeschreven!

Evaluatie

Heb je nog vragen of zijn er dingen die je de volgende les wilt bespreken?