1.4 schimmelrijk en bacterierijk

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Startopdracht:

Pak je boek en lees vast de tekst in de groene vakken op blz 32

Startopdracht:

Pak je boek en lees vast de tekst in de groene vakken van 1.4

Kun je de leerdoelen hiernaast uitleggen?

Uitleg 

Opdrachten 

Afsluiting 

Leerdoelen 1.4 Schimmelrijk en bacterierijk

- Je kunt de delen van een schimmel herkennen en benoemen.

- Je kunt de onderdelen van een schimmelcel benoemen. 

- Je kunt de onderdelen van een bacteriecel benoemen.

- Je kunt uitleggen hoe schimmels en bacteriën leven en hoe ze zich vermeerderen.

- Je kunt uitleggen hoe schimmels en bacteriën voedselbederf en voedselinfecties kunnen veroorzaken en hoe je dit tegengaat.  

Bacteriën & schimmels

Rijk van de schimmels

Opgebouwd uit schimmeldraden

Voortplanting via sporen 

Penseelschimmel --> sporen aan uiteinde schimmeldraden 

Paddenstoelen --> vrucht van schimmel --> sporen

Ééncellige schimmel = gist

Schimmels 

• Een- of meercellig, celwand, celkern, geen bladgroenkorrels
• Gist =  een eencellige schimmel
• Meercellige schimmels bestaan uit lange dunne draden, de schimmeldraden
• Voorplanting door sporen (meercellige)

Schimmelcel

Bacteriecel

1.4 

Maken opdr 1 t/m 16

 

Nakijken. 

Hoe zorg je dat je de stof voor de toets bijhoudt?

Pak de leerdoelen erbij

Kun je ze uitleggen? 

Na de opdrachten:

Keuze mogelijkheden om te werken aan leerdoelen:

• Samenvatting boek gebruiken/ zelf een samenvatting maken
  
• Kijk goed naar de bronnen!!
  
• Leren, hoe? begrippen opschrijven?
  
• Aantekeningen leren
  
• Oefenen met test jezelf/ oefentoets: In je boek/online.
  
• werkboekvragen doornemen, welke vond je moeilijk? Snap je ze nu?
  
• LessonUp lessen doornemen
  
• ??
  

Leerdoelencheck 

Maak de volgende slides met vragen 

om te controleren of je de leerdoelen kent. 

zijn meercellige schimmels opgebouwd uit schimmeldraden?

1. ja
2. nee

Een spore is

1. een celwand
2. een cel waaruit een nieuwe schimmel kan groeien
3. een celkern
4. een zaadplant

plantencel

dierlijke cel

schimmelcel

bacterie

Plantencel

Schimmelcel

Dierencel

Bacteriecel

Celwand & celmembraan

Bladgroenkorrels

Alleen celmembraan, geen celwand

Geen celkern

Startopdracht:

Pak je boek en lees vast de tekst in de groene vakken op blz 36

Startopdracht:

Pak je boek en lees vast de tekst in de groene vakken van 1.4

Kun je de leerdoelen hiernaast uitleggen?

Uitleg 

Opdrachten 

Afsluiting 

Leerdoelen 1.4 Schimmelrijk en bacterierijk

- Je kunt de delen van een schimmel herkennen en benoemen.

- Je kunt de onderdelen van een schimmelcel benoemen. 

- Je kunt de onderdelen van een bacteriecel benoemen.

- Je kunt uitleggen hoe schimmels en bacteriën leven en hoe ze zich vermeerderen.

- Je kunt uitleggen hoe schimmels en bacteriën voedselbederf en voedselinfecties kunnen veroorzaken en hoe je dit tegengaat.  

Wat is GEEN levenskenmerk?

1. Voeden
2. Ademen
3. Bewegen
4. Uitscheiden

Wat zorgt voor stevigheid in houtachtige planten?

1. De celwand
2. Het cytoplasma
3. De vacuole
4. Het celmembraan

Wat zorgt voor stevigheid in kruidachtige planten?

1. De celwand
2. Het cytoplasma
3. De vacuole
4. Het celmembraan

Uit welk rijk komt het organisme waarvan dit een microscopische foto is?

1. Dierenrijk
2. Schimmelrijk
3. Bacterierijk
4. Plantenrijk

Wie van de vier rijken heeft geen celwand?

1. Planten
2. Schimmels
3. Bacteriën
4. Dieren

Wie van de vier rijken heeft geen celkern?

1. Planten
2. Schimmels
3. Bacteriën
4. Dieren

zijn meercellige schimmels opgebouwd uit schimmeldraden?

1. ja
2. nee

Een spore is

1. een celwand
2. een cel waaruit een nieuwe schimmel kan groeien
3. een celkern
4. een zaadplant

plantencel

dierlijke cel

schimmelcel

bacterie

Plantencel

Schimmelcel

Dierencel

Bacteriecel

Celwand & celmembraan

Bladgroenkorrels

Alleen celmembraan, geen celwand

Geen celkern

Bacterie met zweepharen

deling van een bacterie

0

Kenmerken bacterie en schimmel

Bacterie is eencellig, voortplanting door deling

Schimmel is een- of meercellig
(schimmeldraden en paddestoel)

voortplanting deling of sporen

Waardoor bederft je eten?

Voedselbederf ontstaat door bacteriën en schimmels

Het kan een voedselinfectie veroorzaken

Voedsel conserveren

Betekenis conserveren: Verduurzamen,  in goede conditie bewaren.

Omstandigheden voor bacteriën en schimmels ongunstig gemaakt.

Manieren om te conserveren:

1. Invriezen
2. Pasteuriseren
3. Steriliseren
4. Vacuüm verpakken
5. Drogen
6. Toevoegen van conserveermiddelen

Voedsel conserveren

1. Drogen: schimmels en bacteriën hebben water nodig om te groeien.  
2. Pasteuriseren: kort verhitten op 70 graden
3. Steriliseren: lang verhitten op 120 graden
4. Koelen: remt of stopt de groei
5. Toevoegen van conserveermiddelen: 
   remt of stopt de groei
6. Vacuüm of speciaal gas: geen zuurstof

Voorkomen van voedselbederf

conserveren

1.4 Maken:

Opdr 2 t/m 8 en 10 t/m 16

17, 19, 21 t/m 23, 26 en 27. 

 

Nakijken. 

Hoe zorg je dat je de stof voor de toets bijhoudt?

Pak de leerdoelen erbij

Kun je ze uitleggen? 

Na de opdrachten:

Keuze mogelijkheden om te werken aan leerdoelen:

• Samenvatting boek gebruiken/ zelf een samenvatting maken
  
• Kijk goed naar de bronnen!!
  
• Leren, hoe? begrippen opschrijven?
  
• Aantekeningen leren
  
• Oefenen met test jezelf/ oefentoets: In je boek/online.
  
• werkboekvragen doornemen, welke vond je moeilijk? Snap je ze nu?
  
• LessonUp lessen doornemen
  
• ??
  

Leerdoelencheck 

Maak de volgende slides met vragen 

om te controleren of je de leerdoelen kent. 

raadsel

je hebt 1 bacterie in een bakje yoghurt.
Deze bacterie deelt zich elke 20 minuten.
Hoeveel bacteriën heb je dan na 3 uur?

	Plant	Dier	Bacterie	Schimmel
Celwand
Celembraan
Celkern
Bladgroen korrel
Vacuole

Welk onderdeel had een dierlijke cel niet

1. Celkern
2. Celmenbraan
3. Celwand
4. Cytoplasma

Welk onderdeel heeft een plantencel niet

1. Bladgroenkorrels
2. Celwand
3. vacuole
4. Hij heeft ze allemaal wel

Fusariumschimmels kunnen bij planten ziekten veroorzaken. Tanja bekijkt door een microscoop een stukje wortel van een plant die ziek is door zo’n schimmel. Ze ziet wortelcellen en schimmelcellen. Heeft een wortelcel een celwand? En heeft een schimmelcel een celwand?

1. Geen van beide cellen heeft een celwand.
2. Alleen een wortelcel heeft een celwand.
3. Alleen een schimmelcel heeft een celwand.
4. Zowel een wortelcel als een schimmelcel heeft een celwand.