oefenen pluriforme samenleving 2
1 / 19
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is het verschil tussen waarden en normen?
A
Waarden zijn sociale gedragsregels en normen zijn persoonlijke overtuigingen.
B
Waarden zijn individuele normen en normen zijn collectieve waarden.
C
Waarden zijn traditionele normen en normen zijn moderne waarden.
D
Waarden zijn persoonlijke overtuigingen en normen zijn sociale gedragsregels.
Slide 2 - Quiz
Wat wordt bedoeld met 'dominante cultuur'?
A
De subcultuur binnen een bepaalde groep mensen
B
De overheersende cultuur in een samenleving
C
De cultuur van een ander land
D
De populaire cultuur
Slide 3 - Quiz
Wat is een voorbeeld van de dominante cultuur in Nederland?
A
De Bollywood-films
B
De Japanse taal
C
De Nederlandse taal en tradities
D
De Turkse keuken
Slide 4 - Quiz
Waar komt artikel 1 in de grondwet eigenlijk op neer?
A
Recht op gelijke behandeling, iedereen is dus voor de wet gelijk
B
Vrijheid van meningsuiting
C
Vrijheid van vereniging
D
Aanwezigheid van vrije en eerlijke verkiezingen
Slide 5 - Quiz
In een multiculturele samenleving bestaan cultuurverschillen!
A
ja, natuurlijk!
B
nee!
Slide 6 - Quiz
Een cultuur die verschilt van de dominante cultuur.
A
Multiculturele samenleving
B
Subcultuur
C
Dominante cultuur
D
Tegencultuur
Slide 7 - Quiz
In een multiculturele samenleving leven groepen mensen die van oorsprong uit een ander land komen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Christendemocratische visie
A
CDA, CU, SGP
B
GroenLinks, PvdA, SP
C
VVD, D66
D
PVV, Forum voor Democratie
Slide 9 - Quiz
Liberale visie
A
CDA, CU, SGP
B
GroenLinks, PvdA, SP
C
VVD, D66
D
PVV, Forum voor Democratie
Slide 10 - Quiz
Sociaaldemocratische visie
A
CDA, CU, SGP
B
GroenLinks, PvdA, SP
C
VVD, D66
D
PVV, Forum voor Democratie
Slide 11 - Quiz
De Islam is een gevaar voor onze samenleving
A
christendemocratische visie
B
sociaaldemocratische visie
C
liberalisme
D
populisme
Slide 12 - Quiz
Nieuwkomers zijn er zelf verantwoordelijk voor dat de de Nederlandse taal leren en een toekomst opbouwen. Vrijheid geeft verantwoordelijkheid!
A
christendemocratische visie
B
sociaaldemocratische visie
C
liberalisme
D
populisme
Slide 13 - Quiz
We moeten zorgen dat alle mensen gelijke kansen hebben!
A
christendemocratische visie
B
sociaaldemocratische visie
C
liberalisme
D
populisme
Slide 14 - Quiz
Een chirurg heeft een hogere maatschappelijke positie dan een huisarts.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Alle maatschappelijke posities in een samenleving van laag naar hoog
A
Maatschappelijke positie
B
Maatschappelijke ladder
C
Sociale ongelijkheid
D
Sociale mobiliteit
Slide 16 - Quiz
Welke invalshoek?
Wat is de maatschappelijke positie van de betrokken groepen
Wat is de maatschappelijke positie van de betrokken groepen
A
Sociaal economische
B
Politiek juridische
C
Sociaal culturele
D
Veranderings en Vergelijkende
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Video
Wie heeft er een grotere sociale mobiliteit?
Wie heeft er een grotere sociale mobiliteit?
A
Jan
B
Roderick
