Week 14 - Thema D Helden §1, §2 en §4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

Week 14 - Thema D Helden §1, §2 en §4

Welkom th1a!

Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten en leg op je tafel:

 - Nieuw Nederlands

 - laptop (nog dicht laten)

 - je leesboek

 - schrift en pen

Open je leesboek en lezen maar!

Lezen in je leesboek

Je leest  10 minuten in stilte.

Na deze les:

• Weet je wat helden zijn en wat je met het thema Helden gaat doen. 

Planning van deze les :

• Lezen in je leesboek - 10 minuten.
• Taalvoutje van de week
• Uitleg theorie thema Helden, §1 
• korte quiz met Lesson Up over helden
• maken §1, opdracht 1

Wat gaan we doen met thema helden?

• Wie is jouw held? Denk daar alvast over na.
• In dit thema lees en bekijk je interview met helden en leer je zelf jouw held te interviewen. 
• Je werkt het gesprek uit tot een artikel - daarvoor krijg je een cijfer.  
• We doorlopen daarvoor §1, 3, 4 t/m 8 van dit thema. 
• Begin januari, in de week na de kerstvakantie interview je je held en werkt het uit tot een artikel.  

§1 - Soorten helden

Start je laptop op en ga naar LessonUp.app

Wat is een held?

Welke woorden horen volgens jou bij een Held?

Held

Welke klassieke helden ken je?

Noem twee helden uit jouw persoonlijke omgeving

Waarom zijn deze personen helden?

Welkom th1a!

Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten en leg op je tafel:

 - Nieuw Nederlands

 - laptop (nog dicht laten)

 - je leesboek

 - schrift en pen

Open je leesboek en lezen maar!

Wat als je broer plotseling verdwijnt? Joeri overkomt het. 

Hij verhuist met zijn ouders en in het nieuwe huis is zelfs 

geen kamer voor Stefan. Joeri mist zijn broer verschrikkelijk. 

Hij weet niet eens waar zijn broer is en niemand wil het zeggen. 

Daarom schrijft hij brieven. Als Joeri een schokkende ontdekking 

doet, wil hij stoppen met broerzijn. Maar kan dat?

Hoi Stefan,

Wat ik tegen je wil zeggen: BEL MIJ.

Ik geloof er niks van dat je mij niet wil spreken.

Zo ben jij niet.

Lezen in je leesboek

Je leest  nu 6 minuten in stilte.

Na deze les, lesdoelen:

• Je hebt vandaag geleerd wat voor soorten helden er zijn.
• Hoe je vragen moet stellen in een interview.

Planning van deze les :

• Lezen in je leesboek - 6 minuten.
• afmaken §1, opdracht 1 en klassikaal bespreken
• Uitleg §3 - Soorten vragen
• maken opdracht 1 van §3.

Toets Spelling bespreken we morgen!

Naar Nieuw Nederlands

Open je boek Nieuw Nederlands op blz. 176 bij Thema D Helden, §1

Bekijk afbeelding 2 bij opdracht 1.  - I am Malala

Wie is dat? Bekijk het volgende filmpje over Malala.

Video Malala Yousafzai 

foto nr. 2

Malala uit Afghanistan werd beroemd doordat ze op 11-jarige leeftijd een weblog bijhield. Daarin schreef ze bijvoorbeeld dat ze het niet goed vond dat meisjes in haar land niet naar school mochten. In 2012 werd er een aanslag op haar gepleegd, waarbij ze zwaargewond raakte. 

Malala zet zich in voor gelijke rechten voor iedereen en heeft daar al veel prijzen voor gekregen

Zelf verder aan de slag

WAT?                Thema D Helden §1 opdracht 1 - afmaken

HOE?               Werk in twee- of drietallen, op de laptop of in je boek.

                           Je krijgt van mij een lijst met namen en functies van de helden.

TIJD?               10 minuten, daarna zelf nakijken

KLAAR?           Bekijk theorie §3 Vragen stellen
                          

Wat is een interview?

In een interview stelt een interviewer vragen om aan informatie te komen. 

- beeld (YouTube, televisie,...)

- geluid (Podcast, radio,...)

- geschreven

Het verschilt per nieuwssoort welke mensen interessant zijn om te interviewen. 

§3 Vragen stellen - gesloten vragen

De interviewer kan open en gesloten vragen stellen.

Op een gesloten vraag is maar één antwoord mogelijk. Vaak is dat ja of nee. 

Voorbeelden van gesloten vragen zijn:

• Vind je je beroep leuk?
  
• Heb je wel eens iets spannends meegemaakt?
  
• Wie is jouw grootste held?
  

§3 Vragen stellen - open vragen

Als je open vragen stelt, krijg je vaak een uitgebreider antwoord. 

Open vragen beginnen vaak met hoe, waarom of wat. 

Bijvoorbeeld:

• Hoe ben je op het idee gekomen om stuntvrouw te worden?
  
• Waarom vind je het belangrijk om meer over je beroep te vertellen?
  
• Wat vind je van de omstandigheden waaronder je moet werken?

Zelf  aan de slag

WAT?                Thema D Helden §3 opdracht 1  maken

HOE?                Op je laptop of in je boek.

                         

TIJD?               5 minuten, daarna huiswerk

KLAAR?           Maak opdracht van §3. Gebruik oortjes.
                          

Evaluatie

Je hebt vandaag geleerd wat voor soorten helden er zijn hoe je vragen moet stellen in een interview.

Vragen?

Volgende les donderdag 5 december

Huiswerk:

§3 (Vragen stellen), opdracht 1 afmaken

Welkom th1a!

Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten en leg op je tafel:

 - Nieuw Nederlands

 - laptop (nog dicht laten)

 - je leesboek

 - schrift en pen

Na deze les, lesdoelen:

• Hoe je vragen moet stellen in een interview.

Planning van deze les :

• Lezen in je leesboek - 6 minuten.
• bespreken opdracht 1, §3 (Soorten vragen) .
• Bespreken toets spelling
• Sinterklaasquiz

Wat als je broer plotseling verdwijnt? Joeri overkomt het. 

Hij verhuist met zijn ouders en in het nieuwe huis is zelfs 

geen kamer voor Stefan. Joeri mist zijn broer verschrikkelijk. 

Hij weet niet eens waar zijn broer is en niemand wil het zeggen. 

Daarom schrijft hij brieven. Als Joeri een schokkende ontdekking 

doet, wil hij stoppen met broerzijn. Maar kan dat?

Hoi Stefan,

Wat ik tegen je wil zeggen: BEL MIJ.

Ik geloof er niks van dat je mij niet wil spreken.

Zo ben jij niet.

Lezen in je leesboek

Je leest  nu 6 minuten in stilte.

Huiswerk nakijken

Voor vandaag maakte je: 

Thema D - Helden - §3 (Vragen stellen), opdracht 1 

afmaken op je laptop of in je leerwerkboek, blz. 183.

Toets spelling bespreken

Hierna: Sinterklaasquiz via lessonup. app

Volgende les maandag 9 december

Huiswerk:

Maak opdrachten 2 en 3 van Thema D Helden,
§3 (Vragen stellen) op de laptop of in je boek.