Oefenen grammaticatoets h3, h4, h5

Oefenen grammatica
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefenen grammatica

Slide 1 - Slide

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin: 'Iris gaat morgen winkelen'.

Slide 2 - Slide

'Melissa en Sander gaan trouwen'. Wat is het onderwerp?

Slide 3 - Slide

Noteer de werkwoorden uit de zin. 'Zij beloofden nooit te zullen gaan blowen.

Slide 4 - Slide

Hij ... het schuurtje groen (verven, t.t.)

Slide 5 - Slide

Geke ... enorm van horrorfilms (houden, t.t.)

Slide 6 - Slide

Een groot percentage Nederlanders ... op vakantie naar Frankrijk in de zomer (gaan t.t.)
,

Slide 7 - Slide

'Je ... een grote meid', zei haar moeder (worden, t.t.)

Slide 8 - Slide

Deze klus ... heel veel extra werk (betekenen, t.t.)

Slide 9 - Slide

De media ... veel invloed op jongeren (hebben t.t.)

Slide 10 - Slide

Hij ... naar Amsterdam om te studeren (verhuizen t.t.)

Slide 11 - Slide

Er ... veel tijdens een concert van Coldplay (gebeuren t.t.)

Slide 12 - Slide

Er ... een baby in haar buik (groeien t.t.)

Slide 13 - Slide

Hij ... zijn vader voor een schoolopdracht (interviewen, t.t.)

Slide 14 - Slide

Zij ... het niet zo negatief, hoor. (bedoelen, t.t.)

Slide 15 - Slide

De ... patiënt mag naar huis (aankleden, bijv. volt. d.w.)

Slide 16 - Slide

De ... grammaticatoets wordt goed voorbereid (haten, bijv. volt.d.w.)

Slide 17 - Slide

De ... lever duidt op een alcoholprobleem (vergroten, bijv. volt. d.w.)

Slide 18 - Slide

Ik ... de foto voor aan de muur (vergroten, v.t.)

Slide 19 - Slide

Meervoud van 'havik'

Slide 20 - Slide

Meervoud van 'perzik'.

Slide 21 - Slide

Meervoud van café

Slide 22 - Slide

Meervoud van 'tosti'

Slide 23 - Slide

Meervoud van 'medicus'

Slide 24 - Slide

Samenstelling: lange-termijn-oplossing. Schrijfwijze?

Slide 25 - Slide

Samenstelling: personeel + beleid. Schrijfwijze?

Slide 26 - Slide

Taxi's, sms'en, mbo'er.. Noem een ander voorbeeld met een apostrof

Slide 27 - Slide

beer+ goed. Schrijfwijze van deze samenstelling?

Slide 28 - Slide

Leraar+ opleiding. Schrijfwijze van deze samenstelling?

Slide 29 - Slide

Schrijfwijze: 'er over heen' ?

Slide 30 - Slide

Ik ben op zoek naar vs. Ik ben opzoek naar..
Op zoek
Opzoek

Slide 31 - Poll

Hij wil (...) voorin.
A
Persé
B
Perse
C
Per sé
D
Per se

Slide 32 - Quiz

Hij is ... absent (teveel of te veel)

Slide 33 - Slide

Feestdagen schrijf je:
A
"met hoofdletter
B
zonder hoofdletter

Slide 34 - Quiz

Is het 'Paasei' of 'paasei'?

Slide 35 - Slide

'Café 't Zusje'
A
'zusje' moet met kleine letter
B
'Zusje' moet met hoofdletter

Slide 36 - Quiz

Welke woorden zijn goed gespeld?
A
gênant, réunie
B
genant, reünie
C
genant, réunie
D
gênant, reünie

Slide 37 - Quiz

'Het is vijf uur. We stoppen ermee. '
Tussen deze zinnen komt een:
A
dubbele punt (:)
B
puntkomma (;)

Slide 38 - Quiz

Joey als we je roepen mag je binnenkomen.
A
hier mist één komma
B
hier missen twee komma's

Slide 39 - Quiz