Bij samenstellingen hoor je twee of meer woorden die je aan elkaar schrijft, omdat het om één persoon, dier of ding gaat: dwergkonijn, profvoetballer, communicatiemedewerker of Instagrampagina.
Samenstellingen aan elkaar schrijven: je schrijft samenstellingen aan elkaar als ze samen een nieuwe woord vormen. Denk aan: tafel + poot = tafelpoot - boek + kast = boekenkast.