§2.1 - Water is overal

H2 Water

§2.1 Water is overal
§2.2 Schoonmaken met water en zeep
§2.3 Verzorging van huid, haar en gebit
§2.4 Zure en basische schoonmaakmiddelen
§2.5 Zure stoffen en basische stoffen bij elkaar
§2.6 Van azijn tot zeep
 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H2 Water

§2.1 Water is overal
§2.2 Schoonmaken met water en zeep
§2.3 Verzorging van huid, haar en gebit
§2.4 Zure en basische schoonmaakmiddelen
§2.5 Zure stoffen en basische stoffen bij elkaar
§2.6 Van azijn tot zeep
 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 
  • Je kunt beschrijven wat de functie van water is bij gebruik tijdens wassen, oplossen en het bereiden van voedsel.
  • Je kunt verschillen in samenstelling noemen tussen drinkwater, zeewater, oppervlaktewater, grondwater en gedestilleerd water.

Slide 2 - Slide

Maken
  • Maak de opdrachten 1 t/m 16
  • Vind je het onderwerp makkelijk, maak dan ipv de leerstof opdrachten de plusopdrachten. 
  • Kijk deze opdrachten na.
  • Bepaal welke opdrachten je besproken wilt hebben?

Slide 3 - Slide

Zuiver of mengsel?
  • De aarde is voor zo'n 70% bedekt met water
  • 99% van dit water is zoutwater
  • 1% van dit water is dus zoetwater (bevat weinig zout per liter)
  • Zowel zoutwater als zoetwater zijn mengsels
  • Zuiver water komt in de natuur niet voor. Dit maken we in labs, en we noemen het dan gedestilleerd water
  • Gedestilleer water wordt zowel in de scheikunde als in het dagelijks leven gebruikt. Bijvoorbeeld op labs, strijkijzers, lenzen schoonmaken, etc.

Slide 4 - Slide

Oppervlaktewater
  • Al het water wat te zien is  aan het oppervlak van de aarde
  • Slootjes, rivieren, meren en zeewater.
  • Oppervlaktewater is meestal niet schoon genoeg om te drinken. Kalk, zout, mest en andere mineralen zijn opgelost.

Slide 5 - Slide

Zeewater
  • Veel oppervlaktewater komt uiteinde in de zee terecht.
  • Zeewater bevat het meeste zout (37 g/L)

Slide 6 - Slide

Grondwater
  • Al het water wat niet zichtbaar is, dus zich onder het oppervlak/in de bodem bevindt.
  • Komt in de bodem terecht door regen of (smeltend) sneeuw
  • Bevat veel zouten (opgelost uit de grond). Maar schoner dan oppervlaktewater, want geen schadelijke stoffen.
  • Wordt gebruikt om drinkwater van te maken.

Slide 7 - Slide

Drinkwater
  • Drinkwater kan veilig worden gedronken.
  • In flesjes, maar ook uit de kraan.
  • Ook dit bevat nog wel opgeloste stoffen, zoals kalk, zouten, en zuurstof.

Slide 8 - Slide

Water in ons lichaam
  • We bestaan voor ongeveer 65% uit water.
  • We verliezen water door urine, ontlasting en transpiratie.
  • We vullen het aan met eten en drinken.

  • Een mens kan ruim 50 dagen zonder eten
  • Een mens kan maximaal 10 dagen zonder drinken
  • Dus water is van levensbelang!!

Slide 9 - Slide

Toepassingen van water
  • Drinkwater voor mens, dier en natuur
  • Oplosmiddel, om zout, ranja, verf, alcohol of zeep in op te lossen.
  • Spoelmiddel, toilet doortrekken of een wond schoonmaken.
  • Hulpmiddel bij de bereiding van voedsel, zoals bij koken.

Slide 10 - Slide

Samenvatting
  • Water kan een functie hebben als drinkwater, spoelmiddel, oplosmiddel of als hulp bij de bereiding van voedsel.
  • In oppervlaktewater, zeewater, grondwater en drinkwater zijn stoffen uit de bodem opgelost, zoals meststoffen en andere zouten (mineralen), en vervuiling. Grondwater bevat vaak minder vervuiling dan oppervlaktewater. Zeewater bevat de hoogste concentratie zouten.
  • Het bereiden van drinkwater uit grondwater of oppervlaktewater gebeurt met scheikundige technieken.

Slide 11 - Slide

(Huis)werk
§2.1 Water is overal: Opgaven 1 t/m 16 

Slide 12 - Slide

Water
  • Alles wat we doen had niet gekund zonder water.

  • Zonder water hadden wij zelfs niet geleefd...

  • Maar, wat voor soorten water bestaan er, en wat zijn de toepassingen van water?

Slide 13 - Slide