Herhalen H4 Het weer

Het weer
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Het weer

Slide 1 - Slide

Het weer
Doe mee met de quiz.

Onthoud welke onderwerpen je lastig vindt, die moet je dan nog goed oefenen voor de toetsweek.

Succes!

Slide 2 - Slide

Vul in:
a/ Met een ............ kun je meten hoe groot de luchtdruk is.
b/ De luchtdruk ligt meestal ergens tussen ...... mbar en ........... mbar.

Slide 3 - Open question

Vul in:
c/ Per definitie geldt dat 1 millibar gelijk is aan ........... pascal.
d/
Hoe hoger je in de atmosfeer komt, hoe ........... de luchtdruk is.
e/ Als je de druk in een autoband wilt meten, heb je een .......... nodig.

Slide 4 - Open question

a/ Wat voor weer is het meestal in een hogedrukgebied?

Slide 5 - Open question

b/ Wat voor weer is het meestal in een lagedrukgebied?

Slide 6 - Open question

Met een manometer kun je de overdruk in een autoband meten.
a/ Wat wordt bedoeld met 'de overdruk in een autoband'?

Slide 7 - Open question

Met een manometer kun je de overdruk in een autoband meten.
b/ Schrijf de twee formules op waarmee je de absolute druk kunt berekenen.

Slide 8 - Open question

Met een manometer kun je de overdruk in een autoband meten.
c/ Wanneer moet je formule 1 toepassen en wanneer formule 2?

Slide 9 - Open question

Reken om en vul in:
970 mbar = Pa
1010 mbar = Pa
102 000 Pa = mbar
97 500 Pa = mbar
980 mbar = kPa
102,2 kPa = mbar

Slide 10 - Open question

Wat klopt wel met betrekking tot een metaalbarometer?
Dit klopt wel
Dit klopt niet
Het werkt op luchtdruk
Op zeeniveau geeft deze 1 bar aan
Je kan er vacuum mee meten

Slide 11 - Drag question

Alle oorzaken en gevolgen zijn door elkaar gehusseld. Sleep de juiste antwoorden in de juiste kolom.
Oorzaken
Gevolgen
Verwarming hoger zetten
Verbranden van fossiele brandstoffen
De aarde warmt op
Diersoorten sterven uit
Meer natuurrampen
Lekker lang douchen

Slide 12 - Drag question

Hoog in de bergen is de luchtdruk ...?
A
Hoger
B
Lager
C
Hetzelfde
D
1 Bar

Slide 13 - Quiz

Als de overdruk 2 bar is, wat is dan de absolute druk op zeeniveau?
A
2
B
3
C
1
D
0

Slide 14 - Quiz

Een thermometer bestaat uit
A
stijgbuis, reservaat, schaalverdeling
B
Daalbuis, reservoir, schaalverdeling
C
Stijgbuis, reservoir, vloeistof
D
Reservoir, stijgbuis, schaalverdeling

Slide 15 - Quiz

Hoe ijk je een thermometer?
Let op meer dan een antwoord is mogelijk
A
Met een andere thermometer
B
buiten in de zomer en binnen in de winter
C
met smeltend ijs en kokend water
D
met een barometer

Slide 16 - Quiz

20graden celcius is gelijk aan ...
A
20 K
B
293K
C
273K
D
-253K

Slide 17 - Quiz

0 Kelvin is gelijk aan ...
A
0 °C
B
273°C
C
253°C
D
-273 °C

Slide 18 - Quiz

Waardoor warmt de aarde op?
A
Het broeikaseffect
B
Het versterkte broeikaseffect
C
Global Warming
D
Fake news

Slide 19 - Quiz

Wat is waar over de bimetaalthermometer?
A
Het bestaat uit 1 soort metaal
B
Het bestaat uit 2 soorten metaal
C
Het kan alleen van koper gemaakt worden
D
Het kan alleen van ijzer gemaakt worden

Slide 20 - Quiz

De faseovergang in het weer van Dauw is ...
A
condenseren
B
smelten
C
verdampen
D
rijpen

Slide 21 - Quiz

Wat is niet waar over het ontstaan van dauw?
A
Het is water
B
Het ontstaat alleen op een kouder oppervlak
C
Het ontstaat als het condensatieniveau bereikt is
D
Het ontstaat meestal in de ochtend

Slide 22 - Quiz

Wat is niet waar over wolken?
A
Ze ontstaan door condensatie
B
Ze verdwijnen door te verdampen
C
Ze ontstaan op het dauwniveau
D
Er zijn meerdere soorten wolken

Slide 23 - Quiz

Wat klopt niet over elektrische lading?
A
Het laden ontstaat door wrijving
B
statisch is een ander woord voor elektrisch geladen
C
Het gaat verloren door waterdamp in de lucht
D
Als je een geladen trui draagt, trek je mensen aan

Slide 24 - Quiz

Hoe meet je luchtdruk?
A
Luchtdrukmeter
B
Barometer
C
Thermometer
D
Isobarenmeter

Slide 25 - Quiz

980 mBar is
A
Lage luchtdruk
B
Hoge luchtdruk
C
Gemiddelde luchtdruk

Slide 26 - Quiz

Wat gebeurt er met de
luchtdruk als de ruimte
kleiner wordt?
A
de luchtdruk wordt groter
B
de luchtdruk wordt kleiner

Slide 27 - Quiz

Hoe zien de meetgegevens eruit bij zonnige dag met weinig bewolking?
A
stijgende luchtdruk stijgende temperatuur.
B
stijgende luchtdruk dalende temperatuur
C
dalende luchtdruk stijgende temperatuur
D
dalende luchtdruk dalende temperatuur

Slide 28 - Quiz

Een manometer meet de
A
gasdruk
B
luchtdruk
C
drukverschil
D
atmosferische druk

Slide 29 - Quiz

welke formule is juist?
A
absolute druk = luchtdruk - overdruk
B
luchtdruk = absolute druk + overdruk
C
absolute druk = luchtdruk + overdruk
D
luchtdruk = absolute druk - onderdruk

Slide 30 - Quiz

Hoe hoger je komt, hoe...
A
groter de luchtdruk
B
meer lucht aanwezig
C
kleiner de luchtdruk
D
minder de luchtdruk te voorspellen valt

Slide 31 - Quiz

Een vloeistofthermometer bestaat uit een reservoir en
A
metalen doos
B
veer
C
hefboom
D
stijgbuis

Slide 32 - Quiz

Hoe heet de temperatuur waarbij een wolk ontstaat?
A
Condenspunt
B
Dauwpunt
C
Wolkpunt
D
Nulpunt

Slide 33 - Quiz

Wat met merk je het eerst aan onweer?
A
Regen
B
Bliksem
C
Donder
D
Alles is tegelijk

Slide 34 - Quiz

Welke straling is warmtestraling
A
Infraroodstraling
B
Ultravioletstraling
C
Gammastraling
D
Radiatorstraling

Slide 35 - Quiz

Wat houdt de atmosfeer tegen?
A
Infraroodstraling
B
CO2
C
licht
D
Alles?

Slide 36 - Quiz

Klik alle broeikasgassen
aan
A
Koolstofdioxide
B
Waterdamp
C
Methaan
D
Zuurstof

Slide 37 - Quiz


In de figuur zie je een vereenvoudigde tekening van een barometer. De luchtdruk is aan het stijgen.
a/ Beweegt de bovenkant van het doosje omhoog of naar beneden?
A
omhoog
B
naar beneden

Slide 38 - Quiz


In de figuur zie je een vereenvoudigde tekening van een barometer. De luchtdruk is aan het stijgen.
b/ Beweegt de wijzer W naar links of naar rechts?
A
naar links
B
naar rechts

Slide 39 - Quiz

Als de luchtdruk van lage druk naar hoge druk gaat dan...?
A
wordt het mooier weer
B
gaat het regenen
C
wordt het slechter weer
D
is er veel wind

Slide 40 - Quiz