This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Hoofdstuk 5 en Hoofdstuk 6
Slide 1 - Slide
Dissimilatie in de mens
1. ATP voorraad
2. Creatinefosfaat
3. Anaerobe dissimilatie
4. Aerobe dissimilatie
Slide 2 - Slide
Vrije ATP -> ADP + Pi (energie paar sec.)
Creatinefosfaat (CP) + ADP -> creatine + ATP ( energie 30 sec. )
Anaerobe dissimilatie (verbranding) van glucose in 2x melkzuur, (energie 60 sec.) , geeft deel verzuring spieren
Aerobe dissimilatie van glucose met voldoende zuurstof (efficiënt -> max 38 ATP)
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Hoeveel ATP levert de glycolyse van netto glucose op?
A
1 ATP
B
2 ATP
C
3 ATP
D
4 ATP
Slide 6 - Quiz
Hoeveel pyrodruivenzuur ontstaat er door de glycolyse van 1 molecuul glucose?
A
1 pyrodruivenzuur
B
2 pyrodruivenzuur
C
3 pyrodruivenzuur
D
4 pyrodruivenzuur
Slide 7 - Quiz
Hoeveel ATP levert de fosfaataccu op?
A
1
B
2
C
38
D
40
Slide 8 - Quiz
Hoeveel ATP levert de anaerobe dissimilatie op?
A
1
B
2
C
38
D
40
Slide 9 - Quiz
Hoeveel ATP levert de aerobe dissimilatie op?
A
1
B
2
C
38
D
40
Slide 10 - Quiz
H6
Slide 11 - Slide
Welke moeten verteerd worden?
Wel: Niet:
Eiwitten
Koolhydraten
Mineralen
Vitamines
Vetten
Water
Slide 12 - Drag question
Verteringsstelsel
Mondholte
Slokdarm
Maag
Twaalfvingerige darm
Dunne darm
Blindedarm
Dikke darm
Endeldarm
Slide 13 - Slide
mondholte
vertering start in de mond.
in de mond liggen speekselklieren die een enzym uitscheiden-> speeksel
speeksel verteerd zetmeel.
Mechanische vertering door tanden
tong duwt het eten de slokdarm in.
het strotklepje sluit de luchtpijp af bij het doorslikken.
Slide 14 - Slide
De maag
- Opslagplaats
- Maagportier
- Maagsapklieren (water, zoutzuur, enzymen)
- Dood bacterien
- Vertering eiwitten
Slide 15 - Slide
12-vingerige darm
- Eerste deel van je dunne darm
- Afvoerbuis lever en galblaas: gal
- Afvoerbuis alvleesklier: alvleessap
Slide 16 - Slide
Lever en Galblaas
- Lever maakt gal
- Gal wordt opgeslagen in galblaas
- Bij vet eten komt gal in 12-vingerige darm - Grote vetdruppels worden klein gemaakt = emulgeren
Slide 17 - Slide
alvleesklier
De alvleesklier produceert alvleessap (enzym).
Alvleessap breekt eiwitten, zetmeel en vetten af.
Neutraliseert tot pH = 8 (licht basisch = optimaal voor enzymen)
Slide 18 - Slide
Dunne darm
Darmsapklieren -> Toevoegen enzymen laatste stap vertering
koolhydraten -> monosacharide
Eiwitten -> aminozuren
vetten -> vetzuren en glycerol
Opname water, voedingsstoffen en verteringsproducten (resorptie)
Slide 19 - Slide
Waar worden koolhydraten verteerd?
A
Mond, maag, dunne darm
B
Mond, 12-v. darm, dunne darm
C
Maag, 12-v. darm, dunne darm
D
Maag, dunne darm
Slide 20 - Quiz
Waar worden eiwitten verteerd?
A
Mond, maag, dunne darm
B
Mond, 12-v. darm, dunne darm
C
Maag, 12-v. darm, dunne darm
D
Maag, dunne darm
Slide 21 - Quiz
De lever
Afvoer van afbraakproducten
Opslag
Opbouw,
Omzetting
Afbraak
Slide 22 - Slide
Afvoer
Versleten rode bloedcellen worden afgebroken
afbraak in (milt) en lever
wordt bilirubine
gaat het bloed in
door lever omgezet naar
gal
Slide 23 - Slide
Opbouw rode bloedcel
Rode bloedcel bestaat uit hemoglobine
In hemoglobine zit ijzer
Slide 24 - Slide
Bilirubine
Bilirubine wordt gemaakt door milt en lever bij het afbreken van oude rode bloedcellen. Hemoglobine wordt afgebroken, ijzer wordt bewaard de rest wordt bilirubine.
Je lever geeft dit samen met galzure zouten af als gal.
Bilirubine is geel maar wordt door bacteriën in de darm omgezet naar een bruine stof. Dit zorgt voor de kleur van de ontlasting.
Slide 25 - Slide
Welke kleur heeft bilirubine?
A
Rood
B
Blauw
C
Groen
D
Geel
Slide 26 - Quiz
Als je lever niet goed werkt, blijft er bilirubine in je bloed
Slide 27 - Slide
Opslag
Opslag van glycogeen (zo wordt glucose opgeslagen)
Opslag van ijzer (uit afgebroken rode bloedcellen)
Slide 28 - Slide
Opbouw
Eiwitten worden afgebroken in spijsvertering tot aminozuren
Van aminozuren worden weer nieuwe eiwitten voor in het bloed gemaakt
Maken niet essentiële aminozuren
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Welke aminozuren kun je niet zelf maken uit andere aminozuren
A
Essentiële aminozuren
B
niet- essentiële aminozuren
Slide 31 - Quiz
Omzetting
Omzetten van bijvoorbeeld glucose naar vetten.
En vetten naar cholesterol.
Teveel aan aminozuren afbreken naar ureum, dit plas je uit.
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Andere taken
Nog veel meer andere taken, waaronder:
Afbreken gifstoffen zoals bijvoorbeeld alcohol.
Slide 34 - Slide
Leren
Denk aan: examopdrachten, biologiepagina, lessonups van H5 en H6 nog eens bekijken.