OS - 2MH - 3-2-2025 - fictie en poezie

Fictie en poëzie
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Fictie en poëzie

Slide 1 - Slide





Na deze les kun je/weet je...
  • Wat je moet weten voor de toets fictie en poëzie. 



Doel

Slide 2 - Slide

Wat moet je weten

Slide 3 - Slide

  • Pictogrammen aan genres kunnen koppelen
  • Kun je leren van fictie?
  • Wat zijn grote problemen, wat zijn kleine problemen?
  • Wat is fictie?
  • Kenmerken van griezelverhalen
  • Historische personages en plaatsen kunnen noemen

Slide 4 - Slide

  • Kunnen aangeven bij welk genre een verhaal hoort en waarom => kenmerken uit het verhaal kunnen halen. 
  • Kenmerken van een gedicht?
  • Kunnen aangeven of iets letterlijk of figuurlijk bedoeld is.
  • Wat is personificatie?
  • Wat zijn de kenmerken van een haiku

Slide 5 - Slide

Kenmerken haiku

  • een niet-rijmend gedicht, bestaande uit 17 lettergrepen 
  • => eerste regel 5 lettergrepen
  • => tweede regel 7 lettergrepen
  • => derde regel 5 lettergrepen
  • iets van natuur, zintuigen erin verwerken

Slide 6 - Slide

Belangrijk!
  1. benut je omgeving
  2. zorg voor een kleine verrassing
  3. benut je zintuigen (zien, proeven, ruiken, horen, voelen).

Oh, oude vijver,
een kikker springt van de kant,
geluid van water.
(Matsuo Basho 1644 – 1694)

Slide 7 - Slide

Opdracht
  • Denk aan het spannendste wat je tot nu toe hebt gedaan (naar de brugklas, een rots beklimmen, raften, kayakken, een belangrijke wedstrijd..... of iets heel anders).

  • Schrijf gedurende 5 minuten in je schrift alles op wat in je opkomt hierover. Niet nadenken, gewoon schrijven. Denk daarbij ook aan wat je hebt gezien, gevoeld, geroken, gehoord of geproefd.

  • Vervolgens ga je aan de slag met het maken van een Haiku. De regels komen hierna weer op het scherm. Gebruik dat wat je net hebt opgeschreven als inspiratie.



timer
5:00

Slide 8 - Slide

Maak nu een haiku
Gebruik dat wat je net hebt opgeschreven als inspiratie.

  1. benut je omgeving
  2. zorg voor een kleine verrassing
  3. benut je zintuigen (zien, proeven, ruiken, horen, voelen).

Oh, oude vijver,
een kikker springt van de kant,
geluid van water.
(Matsuo Basho 1644 – 1694)

Slide 9 - Slide

Wat:
We kijken  samen naar de tekst en beantwoorden de sleutelvragen.

Hoe:
Arceer de regels die antwoord geven op de sleutelvragen.

Klaar?
Maak opdracht 3: verbanden in de tekst. 
Signaalwoorden invullen.





Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je
groen:  fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je of vraag het
de docent  


Aan het werk!
timer
15:00

Slide 10 - Slide




Na deze les kun je/weet je...
  • Wat je moet weten voor de toets fictie en poëzie. 
Doel

Slide 11 - Slide