T5 Herhaling BS1 tot BS4

1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is geen zintuig?
A
Koudezintuig
B
Geluidszintuig
C
Drukzintuig
D
Tastzintuig

Slide 2 - Quiz

Waarmee kun je proeven?
A
Met je smaakzintuigen
B
Met je smaakzintuig en reukzintuig
C
Met tastknopjes en je smaakzintuig
D
Met tastknopjes en je reukzintuig

Slide 3 - Quiz

Deze kat heeft kleine pupillen. Welk antwoord is waar?
A
Dit beschermt tegen fel licht overdag
B
Dit beschermt tegen plotselinge felle licht in de nacht
C
Deze zijn zo klein mogelijk om in de nacht zo goed mogelijk te kunnen zien
D
Zo komt er overdag meer licht op zijn netvlies

Slide 4 - Quiz

Hoe heet onderdeel P?
A
Pupil
B
Hoornvlies
C
Lens
D
Iris

Slide 5 - Quiz

Voor de lens (deel P) zit een opening. Hoe heet deze opening?
A
Iris
B
Pupil
C
Glasachtig lichaam
D
Hoornvlies

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste volgorde waarmee trillingen door de gehoorbeentjes gaan?
A
Aambeeld - Hamer - Stijgbeugel
B
Aambeeld - Stijgbeugel - Hamer
C
Hamer - Aambeeld - Stijgbeugel
D
Hamer - Stijgbeugel - Aambeeld

Slide 7 - Quiz

Hoe heet de verbinding tussen de trommelholte en keelholte? (nummer 12)
A
Buis van Henk
B
Zenuw
C
Gehoorgang
D
Buis van Eustachius

Slide 8 - Quiz

Je gehoor, reuk, zicht, smaak en tast zijn voorbeelden van...
A
Impulsen
B
Zintuigen
C
Zenuwen
D
Prikkels

Slide 9 - Quiz

Het centrale zenuwstelsel bestaat uit...
A
Ruggenmerg en zenuwen
B
Hersenen en zenuwen
C
Hersenen, ruggenmerg en zenuwen
D
Hersenen, ruggenmerg en bloedvaten

Slide 10 - Quiz

Wat is een impuls?
A
Bepaalde cellen in je lichaam
B
Een ander naam voor prikkels
C
Iets waar je mee kunt waarnemen
D
Stroompjes die worden geleidt door een zenuwcel

Slide 11 - Quiz

Wat is een reflex?
A
Een vaste snelle reactie op een bepaald impuls
B
Een vaste snelle reactie op een bepaalde prikkel
C
Een afwisselende snelle reactie op een bepaalde prikkel
D
Een afwisselende trage reactie op een bepaalde impuls

Slide 12 - Quiz

Wat is de functie van je wenkbrauwen?
A
Zorgen ervoor dat vuil uit je ogen blijft
B
Zorgen dat er geen fel licht in je ogen komt
C
Zorgt dat je je ogen dicht kunt doen
D
Zorgt ervoor dat je zweet niet in je ogen komt

Slide 13 - Quiz

Bij welk onderdeel van je oog kun je het scherpst zien?
A
Hoornvlies
B
Vaatvlies
C
Gele vlek
D
Blinde vlek

Slide 14 - Quiz

Welke laag van de huid is op de afbeelding verdikt?
A
Kiemlaag
B
Hoornlaag
C
Lederhuid
D
Blinde vlek

Slide 15 - Quiz

In welke laag van de huid worden nieuwe cellen gemaakt?
A
Lederhuid
B
Hoornlaag
C
Kiemlaag
D
Stroompjes die worden geleidt door een zenuwcel

Slide 16 - Quiz

Waar zorgt oorsmeer voor?
A
Is een afvalstof van je oor
B
Houdt je trommelvlies soepel
C
Heeft geen functie in het oor

Slide 17 - Quiz