§4.3 deel 2

2023-2024
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

2023-2024

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide


- Herhalen leerdoelen 4.3
- Introductie overige leerdoel 4.3
- Zelfstandig werken 4.3
Huiswerk vrijdag 8 maart
Maken § 4.3 vraag 1 t/m 20
Leren:  begrippen + bron 3, 4& 5

Slide 3 - Slide

vorige les

Slide 4 - Slide

Je hebt 5 moleculen chloordioxide. Deze stof bestaat uit 1 chlooratoom en 2 zuurstof atomen.
Let op:
Let op:
De index schrijf je schuin onder het symbool van het atoom. Bijvoorbeeld H2 in plaats van H2.
1: Schrijf de molecuulformule op. 

2: Hoe laat je weten dat er 5 moleculen zijn?
Exit-ticket, lever je blaadje met naam in

Slide 5 - Slide

6 H2O
Vul de juiste begrippen in bij de molecuulformule.
Index
Coëficiënt
aantal moleculen
aantal atomen

Slide 6 - Drag question

Schrijf in de werkboek de volgende molecuulformules
  1. Een molecuul bestaat uit 4 koolstofatomen, 8 waterstofatomen en 2 zuurstof atomen. In totaal zijn er 5 moleculen aanwezig.

Blauwe = stikstof
witte     = waterstof
Antwoord 1
5 C4H8O2

Let op dat je de index schuin onder het symbool zet.
Antwoord 2
4 NH3

Let op dat je de index schuin onder het symbool schrijft.

Slide 7 - Slide

Wat is de molecuulformule?
Antwoord
Blauwe bolletjes: N2
Witte bolletjes: 3 H2

Slide 8 - Slide

Wat is de molecuulfomule van:
  1. koolstoftetrachloride
  2. distiktoftetraoxide
  3. koolstoftetrabromide
  4. diwaterstofsulfide
  5. difosforhexaoxide
Antwoord
1:CCl4
2:N2O4
3:CBr4
4:H2S
5:P2O6

Slide 9 - Slide

Schrijf in de werkboek de volgende molecuulformules
  1. Een molecuul bestaat uit 4 koolstofatomen, 8 waterstofatomen en 2 zuurstof atomen. In totaal zijn er 5 moleculen aanwezig.

Blauwe = stikstof
witte     = waterstof

Slide 10 - Slide

Wat is de molecuulformule?
blauw = stikstof
wit = waterstof

Slide 11 - Slide

Deze les:
Lees nu eerst blz 84 goed door.

Slide 12 - Slide

kennen!

Slide 13 - Slide

Hiernaast zie je 2 niet-ontleedbare stoffen.
A
juist
B
onjuist
C
niet te zeggen

Slide 14 - Quiz

Dit is een ontleedbare-stof.
A
juist
B
onjuist
C
niet te zeggen

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Schrijf de namen van de volgende stoffen op (zie afbeelding hiernaast).

Tip:
1: Staat er een index achter het eerste symbool, schrijf deze op (geen idex is niets opschrijven.
2: Geef de naam van het element.
3: Staat er een index achter het tweede symbool, schrijf deze op (geen idex is niets opschrijven.
4: Geef de naam van het element en schrijf ide erachter.
    - Uitzondering zuurstof = oxide, stikstof = sulfide

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Wat is de molecuulfomule van:
  1. koolstoftetrachloride
  2. distiktoftetraoxide
  3. koolstoftetrabromide
  4. diwaterstofsulfide
  5. difosforhexaoxide
Tip:
1: Zoek het symbool op van het eerste element wat genoemd wordt.
2: Begint de molecuulformule met een griekstelwoord? Schrijf deze als index schuin onder dit element (geen griekstelwoord = geen index).
3: Zoek het symbool op van het tweede element wat genoemd wordt.
4: Staat er voor dit element een griekstelwoordt? Schrijf deze als index schuin onder dit element (geen griekstelwoord = geen index).

Slide 19 - Slide

Triviale namen die je moet kennen. 
Bron 5 boek blz 84
Stoffen hebben vaak meerdere namen. 
  1. Rationele naam = scheikundig
  2. Triviale naam = volksmond

In binas tabel 42 staan er enkele. Tabel hiernaast moet je kennen.

Slide 20 - Slide

Molecuulformules 7 niet-ontleedbare stoffen. 
Bron 4 blz 84
Je moet beide kanten op leren en ook de fase weten.

Slide 21 - Slide

Binas tabel 34 
Blauwe zijn metalen.
Komen altijd alleen voor. 

Slide 22 - Slide

Huiswerk vrijdag 8 maart
Lezen §4.3 (helemaal) 
Maken + Nakijken:
§4.3 opdracht 1 t/m 20

Niet verplicht wel raadzaam:
- maak begrippenlijst
- werk leerdoelen uit

Slide 23 - Slide

S.O donderdag 16 maart
Leren: 
  1. blz 77 bron 2                        (4.1)
  2. blz 84 bron 2, 3, 4 en 5    (4.3) (bron 2 en 3 toepassen)
  3. naamgeving blz 84           (4.3)
  4. Ontleedbare en niet-ontleedbare stoffen kennen  (4.3)
  5. Weten dat metalen enkel voorkomen (binas tabel 34)

Slide 24 - Slide