Spelling: Hoofdletters en leestekens

Hoofdletters en leestekens
Leerdoel: 
Na deze les weet je wanneer je hoofdletters en leestekens moet gebruiken. 
1 / 8
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 8 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdletters en leestekens
Leerdoel: 
Na deze les weet je wanneer je hoofdletters en leestekens moet gebruiken. 

Slide 1 - Slide

Wat valt je op als je de tekst leest?
wow mijn vriendin Annelotte en ik staan in de rij voor de groene achtbaan in walibi zij wordt alleen maar enthousiaster en staat te springen van ongeduld maar ik voel steeds meer kriebels in mijn maag die achtbaan gaat wel heel snel en vaak over de kop het liefst zou ik nu uit de rij stappen maar ik wil me niet laten kennen

Slide 2 - Slide

Hoofdletters

Slide 3 - Mind map

Zo gebruik je hoofdletters
  • aan het begin van een zin 
    Onze tante is jarig. 
  • namen
    Malou Wiersma 
  • Woorden die van namen zijn afgeleid
    Duits, Amsterdamse
!!! maanden, dagen, windstreken schrijf je met een kleine letter

Slide 4 - Slide

hoofdletter
geen hoofdletter
groningen
ubbo emmius
groen
maandag
lisa
paaseitjes
erasmusbrug
printer
rechts

Slide 5 - Drag question

Zo gebruik je leestekens aan het eind van je zin
Je zin eindigt met een punt (.) een vraagteken (?) of een uitroepteken (!) 
  • gewone zinnen: De winter begint op 21 december. 
  • na een vraag: Doe jij de deur even open?
  • extra nadruk: Pas op voor die auto!

Slide 6 - Slide

OPDRACHTEN

Blz. 32 
1 t/m 3
TL: ook 5 !!!

Klaar? Ga je opdrachten nakijken (antwoorden in Teams).
Klaar? Maak opdracht 6 (TL) of 5 + 6 (Kader)

Slide 7 - Slide

Huiswerk
Maken: blz. 33: opdracht 4 (de hele tekst overschrijven in je schrift)
Afmaken: Opdrachten 1/m 3 (blz. 32/33) + nakijken (antwoorden in bijlage)

Slide 8 - Slide