Herhaling Spelling + introductie fictieopdracht

Herhaling spelling
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaling spelling

Slide 1 - Slide

Lezen: 10 minuten in stilte

Slide 2 - Slide

Kenmerken persoonsvorm:
1. Persoon: eerste, tweede of derde persoon
2. Getal: Enkelvoud of meervoud 
3: Tijd: Tegenwoordige tijd of verleden tijd

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Schrijf persoon, getal en tijd op van de p.v. in de volgende zin:
"Hij luistert al de hele dag naar zijn gezang"

Slide 5 - Open question

Schrijf persoon, getal en tijd op van de p.v. in de volgende zin:
"Wij nemen het gesprek heel serieus."

Slide 6 - Open question

Vervoeg het werkwoord op de juiste manier:

"Hij ... (beantwoorden) je mail zo snel mogelijk"

Slide 7 - Open question

Vervoeg het werkwoord op de juiste manier:

"... (bezorgen) hij het pakketje vandaag?"

Slide 8 - Open question

Vervoeg het werkwoord op de juiste manier:

"Hoelaat ...(landen) je op Schiphol?"

Slide 9 - Open question

Verleden tijd, verschil tussen klankvaste werkwoorden en klankveranderende werkwoorden
Klankvast: werkwoord verandert NIET van klank in de verleden tijd (ik leen - ik leende)
Klankveranderend: werkwoord verandert WEL van klank in de verleden tijd (ik loop - ik liep)

Slide 10 - Slide

't ex-kofschip (bij klankvaste ww)
Is de laatste letter vd stam een medeklinker uit 't ex-kofschip? --> + 'te' in de verleden tijd
Is de laatste letter vd stam GEEN medeklinker in 't ex-kofschip?
--> + 'de' in de verleden tijd

Slide 11 - Slide

Ik ... (bakken) een taart
A
bakte
B
baktte

Slide 12 - Quiz

Ik ... (omhelzen) mijn vrienden
A
Omhelste
B
Omhelsde

Slide 13 - Quiz

Wij ... (proeven) de lekkere taart
A
Proefden
B
Proeften

Slide 14 - Quiz

De fictieopdracht 

Slide 15 - Slide

Maak een collage over een leesboek

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Wat moet er allemaal in?

Slide 18 - Slide

Hoofdpersonen
- Hoe zien de hoofdpersonen eruit? 
- Wat zijn kenmerken van die hoofdpersoon?
- Dit mogen GEEN filmplaatjes zijn!!

Slide 19 - Slide

Thema en genre
- Wat is het thema van het boek? 
- Wat is het genre van het boek?

Zoek plaatjes die hierbij passen! 

Slide 20 - Slide

Setting
- Waar speelt het verhaal zich af?
- Wanneer speelt het verhaal zich af? 

Slide 21 - Slide

Voorkant/kaft van het boek
Dit mag wel een foto zijn! 

Slide 22 - Slide

Titel en schrijver moeten duidelijk op je collage staan

Slide 23 - Slide

Presentatie
- Vertel waarom je juist deze plaatjes hebt gekozen
- Zorg dat alle elementen benoemd worden!

Slide 24 - Slide